Toen Jeanette en Piotr een aantal jaren geleden het plan opvatten om de wijnbouw weer te doen herleven in de maasvallei van Profondeville, in het mooie Wallonië, hebben ze een vast besluit genomen.
Van goed willen ze naar geweldig, van smakelijk naar culinair en van aanvaardbaar naar temperamentvol en karakteristiek. Dat betekent wel dat men zowel rekening moeten houden met de grote diversiteit en mineraliteit van de bodem, de lokale klimatologische en microklimatologische gegevens, en met hun persoonlijke uiteenlopende smaakstijlen. Ecologische principes, duurzaam materiaal en zorgvuldige omgang met natuurlijke bronnen veranderen steeds weer hun inzichten en verdiepen van de wijnpassie. Fantasie, maar vooral ook pragmatisch denken en een vleugje romantiek vormen vaak onze leidraad op zoek naar de perfecte wijn.
Intussen hebben een aantal van door hen aangebouwde wijnen een zekere betekenis gekregen met de Appellation Controlée “Côtes de Sambre et Meuse”. Daarover zijn ze zeer verheugd en inspireert het koppel om wakker en moedig verder te ploeteren, om nog betere wijnen te maken.
Een lange wijnbouwtraditie zegt eigenlijk niets over de kwaliteit van de wijnen van een wijngoed. Veelmeer zegt ze eigenlijk iets over de verbondenheid met een bepaald stukje aarde die men bewerkt. De oudste optekening van wijnbouw in Profondeville dateert uit het jaar 1018. Veelbetekenend zijn dan ook de aanduidingen van 100 jaar oude kaarten
Uit overleving zijn er een aantal oorzaken aangegeven waardoor de wijnbouw uit Wallonië verdwenen is. Het klimaat speelde de wijnbouw in de 17e eeuw parten toen de “kleine ijstijd” er voor zorgde dat bijna alle wijnbouw werd weggevaagd. De wijn smaakte zuur en bracht geen vreugde. De doodsteek voor de druiven in Wallonië kwam er tijdens het regime van Napoleon, die omwille van protectionistische motieven druiven liet rooien en zware tol hief op niet-Franse wijnen. In het laatste kwart van de 19e eeuw waren de gevolgen van de druifluis, phyloxera desastreus voor de druivenplanten in heel Europa. Deze luis tast de wortels zo zeer aan dat de planten sterven. Hele wijnbouwgebieden verdwenen van de kaart. Gelukkig kwam rond 1960 de wijnbouw rond Profondeville weer terug, onder impuls van de heer Hardy. Mevrouw Hardy verzorgt uit nagedachtenis van haar man nog steeds haar meer dan 40 jaar oude wijnstokken.
De wijnen Chateau Bon Baron kenmerken zich door hun bodemspecifieke cultivering. Deze diversiteit wordt bereikt door het bezit van verschillende wijngaarden. Tot het wijngoed behoren verschillende wijngaarden. De onderbodem dateert afwisselend uit het Devoon, ca. 400 – 380 miljoen jaar oud. Passend bij de bepaalde bodemstructuur is er gekozen voor passende druivenrassen.
Op de wijngaard “ST-HERIBERT” aan de rand van Profondeville bij Criee de Wepion is een “Pinot Noir precooz” gecultiveerd. Voor dit wijnras is de arme dichte bodem bijzonder geschikt. St. Heribert behoort tot de kam van Marlagne , zandsteen en kwartsiet met conglomeraatbanken, schiefer, siltsteen en zandsteenlaagjes. Door de bijna permanente wind droogt de wijngaard snel op en geeft ziekten geen kans. De hoogstgelegen wijngaard van Wallonië geeft een goed houdbare sappige pinot noir met een licht fris zuurtje.
De wijngaard “FALMAGNE” op de zonnehelling van de Maas is geschikt voor vele wijnrassen. De formatie van Lustin bevat hoofdzakelijk kalk- en zandsteen in een smalle vallei, de valleiwanden zijn sterkhellend. De rivier stroomt er dwars door verschillende gesteentelagen. Op de vruchtbare kalkrijke bodem rijpen de witte wijnen van de chardonnay, auxerrois, müller-thurgau en pinot gris en de rode wijnsoorten pinot noir, cabernet en acolon.
Het paradepaardje “TERRASSEN VALBURNOT” draagt de pinot noir en in de toekomst muscat en chardonnay onder het toeziend oog van de maagd Maria. De bijna mediterrane aandoende Terrassen pal op het zuiden met de reflectie van de warme muren brengen volle, ronde en krachtige wijnen die nog lang in het geheugen gegrift zullen staan. De formatie van Burnot is gevormd in het Devoon en draagt Zandsteen, conglomeraat, tourmalinietenkeien, schiefer en siltsteen.
Naast de bodemgesteldheid, klimaat en consequente cultivering is vooral het tijdpunt van de oogst en de omstandigheden waaronder de druiven geoogst en geperst worden belangrijk voor de latere kwaliteit van de wijn. Om het perfecte moment van de oogst precies te kunnen bepalen, verzamelen ze in de laatste weken van de rijping steeds weer willekeurige druiven om ze te persen en te proeven. Overtuigd van de smaak, wordt de oogst opgestart. Door de individuele rijping van ieder druivenras betekent dat de oogsttijd zich kan uitrekken van eind augustus tot half oktober.
Bovenaan de lijst staat een zo zuiver mogelijke omgang met de geoogste druiventrossen. Beschadigde vruchten en trossen moeten al in de wijngaard verwijderd worden om zo ongewenste oxidatie- en gistingsprocessen te vermijden, die tot ongewenste smaakbelevingen kunnen leiden. Geoogst wordt in kleine 30 liter kistjes waarin de onbeschadigde trossen met de groots mogelijke zorgvuldigheid vervoerd worden.
Aangekomen in de wijnkelder, laat men de vruchten een aantal uren in hun eigen sap trekken. Op die manier komen de talrijke essentiële aroma’s vrij die de druivenstok heeft aangemaakt en opgeslagen in de vruchtenschil. Het zijn deze aroma’s die bijdragen tot de intensieve kleur, structuur en complexiteit van de latere wijnen. Deze zorgvuldige en duurzame voorbehandelingen, leiden ertoe dat voor het eigenlijke wijnmaken, de most veelal zonder verdere ingrepen tot een optimaal vergistingproces ingeleid kan worden.
Bio of niet
De biologische landbouw is op Europees vlak goed geregeld. De term ‘biologisch’ mag voor voedingswaren alleen gebruikt worden als het gaat om gecontroleerde biologisch geteelde en verwerkte producten. Maar ‘biologische wijn’ is er eigenlijk niet. Dat komt omdat er wel een Europese wetgeving is op de teelt van biologische druiven – maar nog niet op het proces van biologisch wijnmaken of de vinificatie. Enkele privé-labels hebben een eigen lastenboek en controleren die voorwaarden. Maar er is nood aan een algemene Europese wetgeving voor biologische wijnbereiding. Als het kan voor brood – waarom dan niet voor wijn?
Het bio-wijnmaken is dus Europees niet geregeld. Dus mogen bij de verwerking theoretisch gezien net zoveel toevoegingen en conserveermiddelen gebruikt worden als in conventionele wijn. Maar wie de moeite doet om biologische druiven te telen, wil die meerwaarde ook verder zetten in zijn wijn. Daarom volgen de meeste biologische wijnboeren lastenboeken van een privé-label voor biologische vinificatie. De controle gebeurt door erkende controleorganisaties, elk lastenboek heeft een label. Maar er zijn verschillen. Het resultaat is dan ook een versnipperde situatie, met variërende normen per label. Ook voor de hoeveelheid sulfiet lopen de normen uiteen.
De inspanningen van Chateau Bon Baron hebben er alvast voor gezorgd dat Château Bon Baron het eerste Belgische wijnhuis is dat gecertificeerd werd volgens de Fair’N Green-norm.
Naast de Cuvée Lion die specifiek voor het Delhaize-segment werden aangemaakt vinden we in het aanbod van Château Bon Baronvolgende wijnen terug:
Witte wijn: Pinot noir 200, Muscat 2019 en Chardonnay 2020
Rode wijn: Acolon 2018, Pinot noir 2015, Cantate Forte 2018, La Grade 2017 en Pinot Noir Trésor 2017
Roséwijn: Celebration 2021
Sprankelende wijnen: Formidable en La Baronne.
Château Bon Baron – Zoning de la Voie Cuivrée 50 – B-5503 Sorinnes (Dinant)
info@bonbaron.be – www.bonbaronshop.com Tel. +32 497 700 303