CID: centrum voor innovatie en design in Grand-Hornu – Tentoonstelling 29.03.20 → 26.07.20
De tentoonstelling Serial Eater handelt over dertig jaar van experimenteren met, en nadenken over, het “object voedsel”. De analyse ervan door food design, vanaf de ontwikkeling in de jaren negentig tot de implicaties vandaag, laat toe om veranderingen in de consumptiegewoonten en de bewustwording rond het ‘food system’ te begrijpen.
Welk type van consument zijn wij, hoe beoordelen wij onze impact in het huidige bestel en wat accepteren wij op ons bord?
In een soms angstaanjagende benadering van de toekomst van voedsel, stelt het food design ons gedrag, onze verlangens en onze twijfels als eter in vraag. Het biedt ook een meer speelse visie op onze relatie met voedsel, maar zonder de primaire bedoeling ervan te vergeten: het voeden van de maag, de ogen en de geest. De eter is een soort in volle ontwikkeling. Sinds het einde van de 20e eeuw is het profiel van de consumenten aanzienlijk gewijzigd. Volgens de Amerikaanse essayist Michael Pollan is de manier waarop we eten de laatste vijftig jaar radicaal veranderd. Zich voeden is niet langer een vitale functie, maar het bevestigen van een levenskeuze, het innemen van een positie en vooral een van de meest geavanceerde trends van de geglobaliseerde cultuur. Tegelijk verschijnt het food design als mediaverschijnsel op onze borden. Het is een recente discipline die zijn wortels heeft in de geschiedenis van de kunst, de industriële vormgeving en de voeding. De analyse ervan laat toe om de veranderingen in de consumptiegewoonten en de bewustwording van het food system te begrijpen. De ontwikkeling daarvan wordt bevorderd door een reeks culturele, culinaire en industriële invloeden die de zintuiglijke grenzen van het voedsel doen vervagen.
Veel kunstenaars gebruiken voedsel als onderwerp voor hun creaties. In het begin van de 20e eeuw zijn de Italiaanse futuristen de eersten die een avant-gardistische en grensoverschrijdende kijk op voedsel hebben. In hun verlangen om kunst te integreren in alle aspecten van het dagelijks leven, gebruiken ze voedsel als een soort van poëtische en plastische taal. Deze definitie van voedsel als creatief materiaal zal een van de fundamenten van de opleiding in het culinair design worden. En dat al in 1999, als de Culinary Design Research Workshop bij de ESAD in Reims in het leven wordt geroepen. Als pioniers van de artistieke happening organiseren de futuristen een reeks maaltijden die zijn samengesteld uit excentrieke menu’s die in totale tegenstelling staan met de eentonigheid van conventionele maaltijden. In de jaren zestig richt een nieuwe generatie beeldende kunstenaars onder leiding van Daniel Spoerri de Eat Art-beweging op en gebruikt al wat eetbaar is als basis voor hun werk. Als echte gastronomische spektakels, ergens tussen beeldende kunst en theater in, zullen deze voorstellingen invloed hebben op die van de voorlopers van het food design zoals Marti Guixé, Marc Bretillot of Marije Vogelzang. Door hun sociale dimensie roepen deze voedselhappenings vragen op over de eetgebruiken, de smaakgewoontes en de universaliteit van smaken.
In 1973 veranderen twee critici Henri Gault en Christian Millau radicaal het burgerlijke imago van de gastronomie door het concept van de nouvelle cuisine uit te vinden. Een keuken die aansluit bij de bewegingen van die tijd: de emancipatie van de vrouw, het behoud van de natuur of de contestatie van sociale hiërarchieën. Zij lukken erin om de Franse gastronomie te desacraliseren en om de toekomstige samenwerking tussen bepaalde chef-koks en de eerste voedselontwerpers, zoals Yan Pennor’s of Stéphane Bureaux, mogelijk te maken. Ondanks de spot waarop ze soms onthaald werd heeft de nouvelle cuisine de weg vrijgemaakt voor alle daaropvolgende culinaire omwentelingen in Frankrijk en over de hele wereld. Enkele decennia later doet de moleculaire keuken haar gemediatiseerde intrede in de wereldgastronomie. Als emblematische figuur van de beweging stelt Ferran Adrià een emotionele keuken voor die verschillende disciplines combineert: gastronomie, wetenschap, design, grafiek en zelfs de leer van tekens. De vaak bekritiseerde, moleculaire keuken zorgt er voor dat de koks erin toestemmen om hun praktijk opnieuw uit te vinden, nieuwe instrumenten te gebruiken en hun ingrediënten aan te passen. De media-aandacht geeft dan weer een zekere legitimiteit aan het onderzoek en de experimenten op het gebied van voedselontwerp.
KUNST EN VOEDSEL: EVOLUTIES IN DE KEUKEN
Aan het begin van de 20e eeuw creëert de verstedelijking en industrialisering van de samenleving een nieuwe manier om voedsel te produceren en distribueren. Deze industriële methoden leiden tot veranderingen in het uiterlijk van producten zoals koekjes, chocolaatjes, pasta’s en alle voedingsmiddelen die met een “kneedbare” bereiding zijn gemaakt. Met het industrieel design wordt voedsel een commercieel product, met een afgewogen voedingswaarde en gestandaardiseerde kenmerken, zoals een praktische geometrische vorm of een specifieke kleur, in een herkenbare verpakking (bijv. Toblerone, Petit Lu, goudberen van Haribo, enz.). Maar de globalisering en de toenemende complexiteit van de voedselketen gaan de negatieve aspecten van de technologische en industriële ontwikkeling benadrukken. In ons contact met het voedsel wordt de kloof tussen het productie- en consumptiesysteem steeds groter. Het food design is daarom een positieve factor in de verzoening tussen de consument en de voedingsindustrie.
In de jaren negentig begint een handvol ontwerpers na te denken en te experimenteren rond het voedselobject. Martí Guixé is een van de eerste die de term food design gebruikt. In 1997 bedenkt de Catalaanse ontwerper Spamt, een hybride combinatie van traditioneel Catalaans tomatenbrood en industriële voeding. In Frankrijk is de samenwerking tussen banketbakker Pierre Hermé en ontwerper Yan Pennor’s om La cerise sur le gâteau te creëren de eerste effectieve ontmoeting tussen de twee disciplines. In 1999 wordt het eerste onderzoeksatelier voor culinair design opgericht door ontwerper Marc Bretillot, professor in materialen aan de Ecole Supérieur d’Art et Design de Reims. Het voedsel wordt er beschouwd als gelijk welk materiaal, maar dan met een ander functie, namelijk om gegeten te worden. Enkele jaren later, in 2005, legitimeert l’ Agence pour la Promotion de la Création Industrielle de recente discipline door het bekronen van het dessert Hommage à Jean Prouvé van ontwerper Stéphane Bureaux. De eerste werken van het food design richten zich op de vorm van het voedsel zonder de organoleptische (zintuiglijke) kwaliteiten ervan te vergeten. Culinair ontwerp is gebaseerd op een culturele benadering van voedsel, van de bereiding tot de consumptie en de enscenering ervan. In Nederland zijn Katja Gruitjers en Marije Vogelzang de eersten die hun maag bevragen. Deze laatste geeft de voorkeur aan de uitdrukking Eat Design, een concept gebaseerd op de handeling van het eten en niet langer op het voedselobject. Begin jaren 2000 verdicht het concept van food design zich, met verschillende disciplines die elkaar ontmoeten en vermengen: moleculaire fysica, biologie, genetica, antropologie, voedingssociologie, … De doelstellingen ervan evolueren tegelijk met het groeiend bewustzijn van de impact van ons gedrag op het milieu. Projecten worden meer en meer conceptueel en de eerste beschouwingen over de toekomst van ons eten komen van ontwerpers als Susana Soares, Chloé Rutzerveld of Carolien Niebling.
Zorgen over onze gezondheid, voedselveiligheid of de herkomst van ons voedsel hebben geleid tot een echte verandering in onze dagelijkse voeding. De mens moet echter het belangrijkste doel van het food design blijven. Zijn gedrag, consumptiepatronen, taboes en smaken vormen de basis van de discipline. In een soms schrikwekkende benadering van de toekomst van voedsel formuleren food designers hun antwoorden op de vragen van de 21e eeuwse eter. Wat voor soort consumenten zijn wij, hoe moeten wij onze impact op de huidige toestand beoordelen en wat zullen wij accepteren op ons bord?
Belaagd door de media, voelt de vleeseter zich schuldig en vraagt zich af wat de toekomst van zijn dieet zal zijn: vegetarische steaks, insectenworst of in vitro gekweekt vlees? De zoektocht naar gezonder voedsel dat meer in overeenstemming is met de milieuproblematiek brengt ons bij het profiel van de ecologisch verantwoordelijke consument. Maar met de tegenstelling tussen onze culinaire wensen en de evaluatie van onze ecologische voetafdruk, het verzet tegen voedselverspilling, of de recyclage van verpakkingen, lijkt de strijd vaak al bij voorbaat verloren. Sommige eters raken dan ook geradicaliseerd, zoals de veganist die weigert om producten van dieren of hun exploitatie te consumeren (voedsel, leer, wol, medicijnen of schoonheidsproducten die getest werden op dieren). Veganisme is meer dan een dieet, het is een levensstijl die gericht is op het verdedigen van de dierenrechten. In dit nieuwe voedingspatroon lijkt gulzigheid weer een hoofdzonde te worden. Toch zijn het plezier van het eten en de sociale dimensie van de maaltijd fundamentele elementen in onze ontwikkeling als seriële eter. Het food design kan zo een meer speelse visie bieden op onze relatie met het voedsel, zonder het primaire doel ervan te vergeten: het voeden van de maag, de ogen en de geest.
OPENINGSUREN : Dagelijks van 10 tot 18 uur, behalve op maandag.
TOEGANGSPRIJS: Combiticket Site du Grand-Hornu / CID / MAC’s: 10 € – Reductietarief: 2 of 6 € – Groepstarief (minimum 15 pers.): 6 € – Schoolgroepen: 2 € – Gratis voor kinderen onder 6 jaar – Gratis toegang de eerste zondag van de maand. Gratis rondleiding van dinsdag tot vrijdag om 15.30, zaterdag om 11.00 en 15.30, zondag om 15.00 en 16.30 – Audio-gids om de historische site te ontdekken (FR / NL / DUITS / ENG / IT / SP): 2 €
RESTAURATIE: Rizom is het zesde project van Chef Sang Hoon Degeimbre. Dit restaurant, gelegen in het hart van de Grand-Hornu, biedt een keuken die verschillende culturen laat samensmelten. Daarnaast biedt Rizom ook een nieuwe fastfoodservice in de cafetaria, die onlangs werd omgebouwd door designer Benoît Deneufbourg.
Illustraties: Chloe Rutzerveld, Next nature network, Johanna Schmeer