Wijnregio Beaumes de Venise- BdV 1/10

Wie Beaumes de Venise zegt; denkt automatisch aan de versterkte wijnen van de muscatdruif ( vin doux naturel), normaal durven we zeggen vermits 94% van de totale wijnproductie van de regio ‘VDN’-wijnen omvat.

Maar er zijn meer lekkere wijnen, de rode wijnen Beaumes de Venise dragen sinds 2005 met succes en fierheid hun AOC-status. De witte en rosé wijnen uit deze streek dienen als Côtes du Rhône Villages te worden geclassificeerd. Het gebied kent zo’n 100 zelfstandige producenten en een coöperatie (met goede reputatie). Mogelijk geïnspireerd door het verval van de Dentelles wordt in dit gebied meer dan gemiddeld duurzaam gewerkt.

De wijngaarden van Beaumes de Venise (630 ha in 2013) liggen op 100 tot 600 meter hoogte rondom de dorpen Beaumes de Venise, Lafare, La Roque-Alric en Suzette, als het ware ingeklemd tussen de Mont Ventoux en Dentelles de Montmirail. Er zijn hier drie soorten terroir te onderscheiden: Trias (okergeel, rood-paarse grond, rijk aan magnesium, calcium en ijzer), Crétacé (wit krijtgrond) en Jurassic (grijze grond m.n. in zuid-oosten).

Het klimaat wordt gekenmerkt door hete zomers en harde Mistral wind, hoewel het reliëf deels bescherming biedt tegen de winden. Om een goede balans te krijgen tussen alcohol, zuren en tannine is de rode Beaumes de Venise altijd een assemblage. Grenache noir (minimaal 50%) en syrah (minimaal 25%), aangevuld tot maximaal 20% met andere typische ‘rode’ Rhône druivenrassen (mourvedre, carignan) en/of maximaal 10% ‘witte’ Rhône rassen (viognier, roussanne, grenache blanc). De rode Beaumes de Venise wijnen verschillen qua karakter hierdoor aanmerkelijk en de rol van de wijnmaker hierin zeer bepalend. De wijnboeren van Beaumes-de-Venise hebben trouwens een enorme vooruitgang geboekt sinds hun wijn in 1979 als ‘Villages’ geklasseerd werd. Velen zijn aanhangers van de doordachte, milieuvriendelijke wijnbouw, toch schrikt het uitgesproken ‘bio’-label nog steeds een aantal wijnboeren af. Dit label houdt volgens hen te veel beperkingen in en heeft geen aandacht voor de unieke geografische situatie midden de Dentelles de Montmirail. De kelder van de wijnboeren was dan wel weer de eerste in het Rhônedal die de milieunorm ISO1400-1 behaalde. Alle wijn met een AOC wordt gebotteld in het gebied van herkomst.

Terroir : De bodem is samengesteld uit zachte kalksteen, met verspreide zandsteenhoudende en magere, zandhoudende zones. De bodem is overal licht en bevat weinig grind. Specialist inzake de bodemsamenstelling en de geologische voorgeschiedenis van de regio is ongetwijfeld oenoloog Georges Truc. Begeesterend en enthousiast gaat hij miljoenen jaren terug om de verschuivingen van de plateaus en de hierdoor ontstane breuklijnen, eenvoudig en verstaanbaar toe te lichten De regio bezoeken, dwz de percelen en rotsachtige wanden bezoeken en aanvoelen, betekent aldus Georges dat men so wie on op dikke en minder dikke schuimlagen stoot. Deze zachtere tussenlagen zijn de ideale voedingsbodem voor de diep in de grond dringende wortels en geven de Beaumes de Venise wijnen hun exclusief en uniek smaakpatroon mee. Georges’ betoog is hoe dan ook een aansporing om op ontdekkingstocht te gaan in de wijngaarden van Beaumes de Venise.

Het AOC decreet

Beaumes-de-Venise is sedert 1979 geklasseerd als Côtes du Rhône Villages Beaumes-de-Venise. In 2005 werd de rode wijn opgewaardeerd tot de AOC Beaumes-de-Venise. Het alcoholpercentage moet minstens 12,5% bedragen voor de rode en 12% voor de witte en rosé wijnen. De opbrengst blijft beperkt tot maximaal 38 à 42 hectoliter per hectare. Het decreet erkent volgende appellaties: AOC Côtes du Rhône Beaumes-de-Venise rosé en blanc. En AOC Beaumes-de-Venise voor de rode wijn.

De druivenrassen voor de rode wijnen zijn: grenache (minimum 50%), syrah en/of mourvèdre (minimum 20%). Toegelaten andere druivenrassen zijn deze van de Côtes du Rhône Villages voor maximum 20%. De druivenrassen voor de rosé wijnen zijn: grenache (minimum 50%), syrah en/of mourvèdre (minimum 20%). Toegelaten andere druivenrassen zijn deze van de Côtes du Rhône Villages voor maximum 20%. Er wordt ook toegestaan dat voor maximum 20% gebruik wordt gemaakt van de volgende witte druivenrassen: grenache, clairette, marsanne, roussanne, bourboulenc en viognier. De druivenrassen voor de witte wijnen zijn: grenache, clairette, marsanne, roussanne, bourboulenc en viognier. Andere witte druivenrassen, toegelaten binnen de Côtes du Rhône mogen voor maximum 20% gebruikt worden.

Algemene kenmerken

De rode wijnen ogen vrank, en hebben een schitterende en heldere spiegel. De neus is complex, en wordt gekenmerkt door zeer rijp rood fruit en amandel. De mond is breed en rond, krachtig en elegant. De wijnen kunnen het best op jonge leeftijd geschonken worden.

De rosé en witte wijnen zijn licht en helder en hebben een fris en licht boeket van wilde bloemen. Ze zijn zeer verfrissend en hebben een fruitige smaak . Aangeraden is om ze jong te drinken.

In Georges’ voetsporen ontdekken we in een aantal bijdragen dit unieke assortiment.