Nieuw beleid heeft mogelijk desastreuze impact op hele voedingsketen. BCZ, BFA en FEBEV uiten ongerustheid over stikstofbeleid en vrezen impact op omzet en tewerkstelling
De agrovoedingsketen, vertegenwoordigd door sectorfederaties BCZ (Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie), BFA (Belgian Feed Association) en FEBEV (Federatie van het Belgisch Vlees), sluit zich aan bij de acties die de Vlaamse landbouwers overal te lande voeren. De organisaties zijn ongerust over de impact die het definitief stikstofkader met zich zal meebrengen. Het beleid heeft niet alleen zware gevolgen voor de landbouw, maar zal ook de totale agro-voedingsketen – van toeleveranciers tot verwerkers – zwaar raken. Het stikstofarrest van 25 februari dit jaar zette het wettelijk kader rond stikstof op de helling met een forse impact op de vergunningsverlening in de landbouw. Ondanks de belofte van de Vlaamse regering om snel duidelijkheid te scheppen, werd er nog steeds geen duidelijk en definitief stikstofkader uitgewerkt.
“Wanneer het regent in de landbouw, druppelt het in de rest van agrovoedingssector. De impact op de vergunningsverlening in de landbouw is slechts een eerste gevolg van het uitblijven van het stikstofkader, en die impact laat zich nu al voelen”, zegt Katrien D’hooghe, Managing Director bij BFA. “De Belgische landbouwers zijn de hoeksteen van onze Belgische agrovoedingsindustrie. We zien dan nu ook al de eerste tekenen in onze bedrijven opduiken. Dit kan leiden tot desastreuze situaties, met grote impact op tewerkstelling en omzet van onze sectoren in heel het land.”
Steun voor landbouwers omwille van domino-effect in de hele voedingsketen. Er werken bijna 90.000 mensen in de landbouwsector. Dat is ongeveer 2% van de totale werkende bevolking. Bijkomend zijn maar liefst 15.000 mensen werkzaam in de agrovoedingssector (zuivelindustrie, vleessector en veevoederbedrijven). Die sectoren realiseren samen een totale jaarlijkse omzet van 12.7 miljard euro en leveren een wezenlijke positieve bijdrage van 1.7 miljard euro aan de handelsbalans van Vlaanderen. De gebrekkige vergunningverlening bij landbouwbedrijven ten gevolge van het stikstofarrest zorgt voor verregaande gevolgen en een domino-effect dat de hele voedingsproductie in Vlaanderen en België zal treffen. Door dit arrest is het momenteel namelijk onmogelijk voor veehouders om investeringen door te voeren om aan striktere milieu (-en klimaat) normeringen te voldoen, naast andere maatschappelijk relevante thema’s zoals de verhoogde aandacht voor meer dierenwelzijn en de eiwittransitie.
Dat domino-effect wordt versterkt door het niet-productieve karakter van deze investeringen die de landbouwers moeten maken maar niet kunnen verrekenen in hun bedrijfsvoering. “Zonder overheidssteun om die essentiële investeringen te maken, zullen we onvermijdelijk een grote impact zien op handelssaldo en tewerkstelling in de hele keten. Gezien het grote aandeel van onze sectoren aan de totale handelsbalans in Vlaanderen en België kan dit enorme proporties aannemen. Daarom is het cruciaal vandaag als agrovoedingssector onze steun te betuigen aan de landbouwsector.”, zegt Katrien D’hooghe,
Managing Director bij BFA. Michael Gore, gedelegeerd bestuurder bij FEBEV onderstreept het belang van voedselzekerheid: “Voedselproductie in eigen land is van cruciaal belang. We hebben tijdens de covid-19 pandemie ook voldoende voorbeelden gezien waarbij problemen met toevoer van ingrediënten voor schaarste kan zorgen. Het is dan ook van vitaal belang voor ons land om onze voedselproductie van zo’n impact te vrijwaren.
“In de zuivelindustrie is de afgelopen 10 jaar voor ruim 1,3 miljard euro geïnvesteerd. Onze bedrijven zijn uitgegaan van een gematigde groei voor de komende jaren van rond 2% per jaar. Als je dan 5 jaar vooruitkijkt, kom je uit op een groei van 10%. Zelfs met een impact van amper 15% op onze sector zit je met een overcapaciteit van 25%. Dit betekent dat investeringen ten bedrage van 200 tot 250 miljoen euro niet gevaloriseerd kunnen worden en een puur verlies zijn voor de sector. In de zuivelindustrie investeren de melkveehouders in belangrijke mate zelf in hun verwerkend bedrijf. Een melkveehouder wordt dus mogelijks dubbel getroffen: via omzetverlies op zijn eigen melkveebedrijf door toename van de kosten, en via zijn investering in het verwerkend zuivelbedrijf die hier nu op de helling staat”, aldus Renaat Debergh, afgevaardigd bestuurder van BCZ.
“Ook binnen de slachthuizen en uitsnijderijen, net als de toeleverende keten naar de landbouw, zal overcapaciteit in eerste instantie zorgen voor een financiële kater”, zegt Michael Gore, gedelegeerd bestuurder bij FEBEV. “De afgelopen jaren zagen we substantiële investeringen in de slachtinrichtingen gebeuren om te voldoen aan alsmaar strenger wordende eisen. Het gevolg van de maatregelen op niveau van de landbouw zal leiden tot overcapaciteit bij onze installaties, met gevolgen voor tewerkstelling en onze capaciteit om de vierkantsverwaarding van onze producten te garanderen.”
Verder verduurzamen als ambitie
De Vlaamse agrovoedingssector heeft, net als de Vlaamse landbouw, een duidelijke ambitie de klimaatdoelstellingen te behalen en als sector steeds te verduurzamen. Daarvoor ondernam de sector in het verleden al tal van stappen, met resultaat. De vlees -en zuivelketen alsook de mengvoedersector hebben dit omgezet in een duurzaamheidsopvolging zodat ze de positieve evolutie in de tijd kunnen opvolgen van de geleverde inspanningen in de productieketen.
Het uitblijven van een concreet en realistisch stikstofplan, maakt het voor de hele sector onmogelijk om de klimaatambities waar te maken. Daarom vragen BCZ, BFA en FEBEV net zoals de landbouwsector om een concreet, realistisch, en stabiel beleidskader om de nodige ambities waar te maken, zonder significante impact op omzet en tewerkstelling in de hele keten. Hierbij moet de overheid ook rekening houden met een eventuele overgangsperiode zodat de bedrijven zich kunnen organiseren om eventuele impact te beperken.
Voor de agrovoedingssector, net als voor de landbouwsector, is het van belang dat de overheid duidelijk en eenduidig is zodat de sector en zijn bedrijven een adequate invulling kunnen geven aan de verwachtingen vanuit het beleid. De mogelijk verregaande impact van het stikstofkader voor beide sectoren, maar evenzeer het bereiken van de duurzaamheidsdoelstellingen vergt een nauwe samenwerking tussen alle partijen. Net daarvoor sluit de agrovoedingssector zich volledig aan bij de acties van de Vlaamse landbouwers.