Al meer dan 20 jaar lang legt de wijnsector uit de Bordeaux zich toe op milieuvriendelijke en duurzame wijnbouw. De sector heeft zich een ambitieus doel gesteld: ervoor zorgen dat 100% van de wijnproductie op een milieuvriendelijke manier gebeurt. In 2017 gebeurde 60% van de wijnproductie in de Bordeaux op een gecertificeerd milieuvriendelijke manier. Een van de belangrijkste pijlers van dit actieve milieubeleid is het behoud van de biodiversiteit van planten en dieren, omdat de natuur een waardevolle bondgenoot is in de aanpassing van gewassen aan hun veranderende omgeving, met de nodige veerkracht. Biodiversiteit is ook een teken van een gezonde wijngaard die in evenwicht is.
Een greep uit de vele initiatieven: een nieuwe studie over vleermuizen als natuurlijke vijanden van insecten die wijngaarden aantasten; een evolutie van de wijnbouwpraktijken en een ruimere visie op de wijngaard als ecosysteem; een vastberaden verbintenis van de wijnsector uit de Bordeaux door de toevoeging van agromilieumaatregelen aan de regels van de beschermde oorsprongsbenaming (AOC).
De vleermuis steekt een handje toe als natuurlijke vijand van ongedierte
Fauna wordt ingezet als belangrijk hulpmiddel om de wijngaard te beschermen: roofdieren worden bondgenoten in de bestrijding van bepaalde insectenplagen. Vleermuizen zijn immers verlekkerd op druivenbladrollers, vlinders die wijnstokken aantasten. In 2017 heeft de CIVB in samenwerking met de Franse vogelbescherming (LPO) en het agronomische onderzoeksinstituut INRA een studie uitgevoerd die bevestigt dat vleermuizen uitstekende bondgenoten zijn in de strijd tegen de druivenbladroller. Deze vlinder, ook bekend als Eudemis of Cochylis, werkt de woekering van grauwe schimmel (Botrytis-rot) in de druiven in de hand. Een twintigtal chateaux heeft meegewerkt aan het vastleggen van de nachtelijke activiteit van vleermuizen op 23 wijngaarden verspreid over de hele bordeauxstreek.
De invloed van de vleermuizen op deze schadelijke vlinder is aangetoond vanuit twee invalshoeken: In een studie van het dieet van de vleermuizen in de bordeauxstreek is het DNA van de vlinder aangetroffen in de mest van de vleermuizen. Daarnaast is aangetoond dat de vleermuizen hun activiteit kunnen aanpassen om deze vlinders te komen opeten: hun jachtactiviteit is drie keer zo hoog als deze vlinders aanwezig zijn.
De bestudeerde vleermuizen in het Franse departement Gironde eten uitsluitend insecten. In dit departement komen 22 van de 30 soorten voor die in Frankrijk geregistreerd zijn. Iedere nacht eten deze roofdieren gemiddeld maar liefst 2000 insecten op, wat van hen een waardevolle bondgenoot maakt in de strijd tegen vlinders die wijnstokken aantasten.
Een online vleermuizenwaarnemingscentrum: in 2018 heeft de CIVB in samenwerking met de belangengroep GIP ATGeRi een online tool (website en smartphone-app) ontwikkeld om vleermuizenkolonies in kaart te brengen, ter ondersteuning van de waarnemingen en aangiften van de wijnbouwers. Dankzij een systeem met geolokalisatie kunnen professionals melding maken van een afzonderlijke rondvliegende vleermuis of van een kolonie van meerdere vleermuizen.
De eigenaars van sommige domeinen hebben al regelingen getroffen om vleermuizen aan te moedigen hun intrek te nemen in de wijngaarden: men laat oude gebouwtjes staan of hangt nestkasten op als onderdak voor kolonies, en via watertappunten of grasstroken wordt de toegang van vleermuizen tot de rijen wijnstokken vergemakkelijkt.
Men is ook gaan nadenken over maatregelen die op grotere schaal moeten worden genomen (met name op AOC-niveau), zodat vleermuizen het hele jaar door (ook buiten het ‘seizoen’ van de druivenbladrollers) over voldoende voedselbronnen beschikken, met als doel dat kolonies zich er permanent komen vestigen en naar hartenlust schadelijke vlinders kunnen opeten.
Wijnbouwpraktijken aanpassen met het oog op meer biodiversiteit
Een van de goede praktijken ter bevordering van de biodiversiteit in de wijngaard is zorgen voor voldoende grasbedekking op de percelen. Vandaag de dag is 85% van de wijngaarden in Bordeaux met gras begroeid. Dit bevordert de aanwezigheid van insecten en bestuivers maar draagt ook bij tot de aanvoer van organisch materiaal en mechanische bewerking van de grond.
Deze grasvelden worden beheerd als beschutting voor insecten. Ook het maaien gebeurt doordacht: er wordt ‘zacht gemaaid’ door schapen te laten grazen, of men maait afwisselend elke andere rij om de habitat van de insecten te behouden. Het maaien wordt bovendien uitgesteld tot de oogsttijd zodat bestuivende insecten zo lang mogelijk stuifmeel kunnen verzamelen.