Friuli-Venezia Giulia ligt in Noord-Italië. De streek grenst aan Slovenië en in het zuiden aan de Adriatische zee. In het noorden heb je de Alpen en in het westen de Veneto. Er wonen zo’n 1,2 miljoen mensen op een oppervlakte van 7.845 m2.
Technische gegevens: met druiven beplante areaal: 19.746 hectare; wijnproductie: 952.000 hectoliter (= 1.269.000 flessen), waarvan 60 % witte wijnen, productie van appellationwijnen: 669.000 hectoliter (70 % van het totaal)
Appellationwijnen: De DOCG (Denominazione di origine controllata e garantita) vormen in Italië het hoogste niveau in het appellationsysteem: Colli orientali del Friuli Picolit (een witte likeurwijn), Lison (wit), Ramandolo (een witte moelleux) en Rosazzo (wit). Daarbovenop komen nog ruim een dozijn DOC-wijnen, afkorting voor denominazione di origine controllata. De bekendste in dat segment is de Colli orientali del friuli. En tot slot zijn er de IGP, de wijnen met indicazione geografica tipica, een beschermde geografische aanduiding. Dat zijn de voormalige landwijnen. Opmerking. De Italiaanse DOCG en DOC vallen ook onder de EU-indeling van de beschermde oorsprongbenaming (BOB).
Er zijn sporen van wijnbouw in Friuli-Venezia Giulia die teruggaan tot de Oudheid. Livia Drusilla, vrouw van de Romeinse keizer Augustus, beweerde zelfs dat ze haar uitzonderlijk hoge leeftijd — ze werd 86 jaar — te danken had aan de Pucinum, een wijn die afkomstig was van de karsthoogvlakte. Nog een wijn waar we niet omheen kunnen is de Colli orientali del Friuli picolit, veruit de bekendste van de hele regio. Graaf Fabio Asquini da Fagagna (1726-1818), marketeer avant-la-lettre, stelde hem voor aan de Doge van Venetië en daarna zelfs aan de Franse koning, het Keizerlijk Hof van de Habsburgers, de Russische Tsaar en uiteindelijk ook de hoogste kerkvorst in Rome. Naast marketeer was hij echter ook landbouwkundige en vaardigde hij voor die tijd efficiënte regels uit voor het drogen van de trossen (passerillage): dat moest vóór de fermentatie gebeuren en hij raadde aan om de oogst minstens tot het einde van december op de houten droogroosters te laten. [Bron: Bidenda, nummer 95 van 7 maart 2014] Vandaag zijn er kenners die voorspellen dat de Friuli-Venezia Giulia binnenkort het productiegebied wordt van de beste Italiaanse witte wijnen.
De mooiste wijngaarden bevinden zich op de heuvels in het zuidoostelijke deel van het productiegebied, de Colli orientali, Collio en Grave, en in de alluviale vlakten waar de wijnstokken op een ondergrond van kiezel en zand groeien, zoals bij de Ania, Aquielia, Grave en Latisana. Het klimaat ondergaat er de invloed van de zee en de neerslag is er overvloedig.
Net als overal in Italië vinden we ook hier een mooie selectie van lokale en autochtone druivenrassen, aangevuld met de grote internationale (Franse) soorten. [Bron: Le garzantine, Vino, a cura di Paolo Della Rosa]. In de regio Friuli-Venezi Giulia worden volgende witte druiven weergevonden: Malvasia istriana, picolit, ribolla gialla, tocai friulano, verduzzo friulano, riesling friulano, aangevuld met sauvignon, pinot blanc, rheinriesling.
Hier past een kleine toelichting bij de friulano die tot voor enkele jaren nog naar de naam ‘tocai’ luisterde. Door de akkoorden van 1993 tussen Italië en de Europese Unie is het gebruik van de term ‘tocai’ sinds maart 2007 verboden. De naam gelijkt immers te veel op die van de Hongaarse tocajdruif. De wijnen die de bijna-naamgenoten voortbrengen verschillen grondig van elkaar maar voor de consument bestaat toch het risico op verwarring. Het identiteitsverlies was een bittere pil voor de Italianen, die nog een laatste hocus pocus uit hun hoed haalden. In 2007 werd een wet afgekondigd die het gebruik van de naam ‘tocai’ toch toeliet op Italiaans grondgebied. Helaas werden ze ook hier teruggefloten. In januari 2008 ondernam de regio Friuli-Venezia Giulia een laatste juridische poging om het verwerpen van haar wet ongedaan te maken. Op 15 november 2008 verklaarde het Italiaanse Grondwettelijk Hof de regionale wet echter in strijd met ’s lands grondwet. Sinds het oogstjaar 2008 behoort de soortnaam dus definitief tot het verleden. Bepaalde juristen onderzoeken momenteel nog de mogelijkheid om restaurants toe te laten de wijn te serveren uit een karaf die toch weer de fameuze ‘tocai’ zou vermelden. Een bewijs te meer dat het verbod nog altijd knaagt.
Inzake rode druiven vinden we hier: Refosco dal peduncolo rosso, refosco nostrano, pignolo, schiopettino en de internationaal bekendere merlot, cabernet franc, cabernet sauvignon en pinot noir.
Wijnen
De ramandolo wordt gemaakt van verduzzo friulano die ofwel laat wordt geoogst ofwel lichtjes aan de lucht gedroogd. Op die manier verkrijgt men nog wel geen echte likeurwijnen maar toch een relatief zoete en tegelijk mooi zuurgedragen wijn. De ramandolo kan gedronken worden bij droge amandel- of notentaarten. Na enige kelderrijping ontwikkelt hij subtiele en complexe aroma’s, waardoor de Italianen hem als een vino da meditazione zullen betitelen.
De Colli orientali del Friuli is zonder enige twijfel een van de bekendste appellations van de regio. Er worden hoofdzakelijk cépagewijnen gemaakt, rood en wit, van lokale en internationale soorten.
Bij de witte wijnen leveren de lokale soorten tocai friulano (die nu dus friulano genoemd moet worden) en ribolla gialla wijnen op die in hun jonge jaren complexe florale aroma’s met citrustoetsen ontwikkelen en in de mond een prachtig evenwicht tentoonspreiden. Ze doen het uitstekend bij visvoorgerechten of een risotto met asperges. De verduzzo friulano geeft een intens goudgele wijn met fruitige aroma’s van witte perzik, abrikoos, pruim en berghoning. Op de dessertwijn Colli orientali del Friuli picolit zijn de Italianen best trots. Hij ontwikkelt een behoorlijk complex boeket dat het midden houdt tussen bloemen en vruchten, perzik, goed rijpe abrikoos, acaciahoning met een fijne houttoets en een soms wat zilte finale. Dit soort wijnen lijkt wel bedacht voor bij de typische streekkeuken op basis van iets vetter en smaakvoller varkensvlees. En bovenop de lokale druiven komen nog de internationale rassen riesling, sauvignon, pinot blanc en pinot gris.
Friuli-Venezia Giulia brengt echter ook rode wijnen voort. Zo geeft de refosco dal peduncolo rosso zeer fruitige wijnen met parfums van braambes, framboos, cassis en soms fijne kruidachtige toetsen. Van de schiopettinodruif maakt men licht sprankelende wijnen aangezien de fermentatie doorgaat in de fles. Bosvruchten domineren het boeket en in de mond vallen bij de jonge wijn de vrij levendige tannines op. Dit is een prima wijn bij parelhoen, rood vlees en bepaalde goed geaffineerde kazen. En dan is er nog de pignolo die beschouwd wordt als de grootste lokale rode druif. Ze resulteert in wijnen met een zeker bewaarpotentieel en aroma’s van pruim, kers en cassis. Vaak rijpt de wijn op eik, wat uiteraard zijn aromatische complexiteit ten goede komt. Hij is prima geschikt om geschonken te worden bij gestoofd rood vlees en bij wild. En naast de lokale soorten is er ook bij de rode nog de productie op basis van de internationale rassen merlot, cabernet franc, cabernet sauvignon en pinot noir. www.friulano.fvg.it