Om deze waardige grote Brusselse dame te vieren, wordt een tentoonstelling georganiseerd over de geschiedenis van de Galerijen van de oprichting tot op vandaag. Afspraak in Galeries Expo.
De Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen dragen al 175 jaar bij tot de internationale uitstraling van Brussel en België. Terwijl de overdekte doorgangen aan het begin van de 19e eeuw als paddenstoelen uit de grond schoten in Frankrijk en Engeland, zorgde koning Leopold 1 ervoor dat de monumentale overdekte Sint-Hubertusgalerijen van openbaar nut werden door de ondertekening van een Koninklijk Besluit in 1839. Het was nog 7 jaar wachten voordat de eerste steen van deze doorgang werd gelegd, in de aanwezigheid van diezelfde koning. De Sint-Hubertusgalerijen vormden een geheel van drie doorgangen: de Koningsgalerij, opgedragen aan Leopold I, de Koninginnegalerij, opgedragen aan Louise-Marie, en de Prinsengalerij, opgedragen aan de Kroonprins, de toekomstige koning Leopold II.
Onder impuls van de geniale architect, Jean-Pierre Cluysenaar, werden de Galerijen gebouwd in minder dan 15 maanden tijd! Het was de eerste monumentale overdekte doorgang: met een lengte van meer dan 200m en hoogte van 19m. Bovendien vertoonden de Galerijen een spectaculaire innovatie, met name het prachtige metaal- en glaswerk van de glazen koepel. De koepel vormde enkele jaren later de inspiratiebron voor de bouw van de Koninklijke Serres van Laken (1873) van Alphonse Balat.
Doorheen de eeuwen bleven de Galerijen schitteren in België en het buitenland. Bij het verlenen van de bouwvergunning wilde de koning trouwens zijn stempel drukken op de Brusselse binnenstad, met bouwwerken van deze omvang. De mensen konden er komen wandelen, maar ook de nieuwste theaterstukken en modetrends ontdekken. De Belgische en Europese intellectuelen ontmoetten elkaar in het Café de la Reinaissance waar de Cercle Artistique et Littéraire samenkwam.
Dit Café groeide uit tot de huidige Taverne du Passage, een Brusselse brasserie die zeer bekend en geliefd is bij diverse prominente figuren (zoals Angela Merkel, Brigitte Macron, maar ook talrijke Belgische politici…). Het was niet ongewoon om er Baudelaire, Alexandre Dumas, Apollinaire of Verlaine tegen het lijf te lopen. Verlaine kocht het wapen dat hij gebruikte om Rimbaud te vermoorden trouwens in de Koninginnegalerij.
En dan was er nog Victor Hugo, wiens maîtresse verbleef in de Prinsengalerij. Op de eerste verdieping van nr. 7 in de Koningsgalerij, in de kantoren van de krant La Chronique, vond de eerste openbare vertoning van de Cinematograaf van de gebroeders Lumière in België plaats op 1 maart 1896. In de Galerijen, bij Neuhaus, werd de eerste praline, de trots van onze chocolade-industrie, uitgevonden in 1912,. Deze lekkernij maakte België wereldwijd bekend.
In 1951, tijdens de renovatie van het Théâtre Royal des Galeries, schilderde Magritte één van zijn grootste werken op het vernieuwde plafond! Al deze kleine verhalen vormen samen de eeuwenoude geschiedenis van deze mythische plek…
Jaar na jaar zetten de Galerijen zich in voor het leven in onze hoofdstad, door diverse renovaties (de glazen koepel, het Vaudeville Theater, de appartementen, het Théâtre Royal des Galeries, en de huidige renovatie van de Prinsengalerij), maar ook dankzij de energie van de handelszaken, waarvan sommigen zijn uitgegroeid tot echte Belgische monumenten (Tropismes, L’Ogenblik, La Ganterie Italienne…). Het was dan ook geen toeval dat de Tour de France hier passeerde in 2019.
De Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen liggen aan de basis van EuroArcades, een vereniging die werd opgericht in 2019 in Parijs in de hoofdzetel van het Institut de France. Deze vereniging groepeert een vijftiental historische overdekte doorgangen van Europa en heeft als doel om deze doorgangen te erkennen als UNESCO werelderfgoed.
Omdat men de Galerijen steeds heeft willen vernieuwen met behoud van de authentieke kenmerken, zijn ze uitgegroeid tot één van de drukst bezochte monumenten van het Centrum van Brussel. Ieder jaar bezoeken meer dan zes miljoen mensen de Galerijen. En we zijn er trots op dat we op de zesde generatie kunnen rekenen om het beheer van dit belangrijke Belgische erfgoed op zich te nemen.
De tentoonstelling loopt nog tot 30 juni 2023 in de Cinema Galeries, Koninginnegalerij 26 – 1000 Brussel en is dagelijks gratis toegankelijk van 14 tot 20 uur.