Het wijnfestival Delhaize dat loopt van 7 t.e.m. 27 september staat dit jaar in het teken van 150 jaar expertise en kennis van wijn dat de keten kenmerkt. Opmerkelijk hierbij is de wijnbottelarij in Molenbeek die al sinds 1883 in gebruik is en vandaag de dag, meer dan ooit, het zenuwcentrum vormt van de wijnactiviteiten van deze retailler. Parallel met deze activiteiten lopen het gebruiksgemak en de goede prijs-kwaliteitsverhouding die sedert de start in 1867, een onbetwistbaar streefdoel is.
De broers Delhaize beslisten indertijd om in hun toekomstige winkelfilialen uitsluitend gerijpte wijnen in flessen te verkopen. Daarbij konden ze rekenen op de ervaring van hun vader, een bekende keldermeester in Charleroi en omstreken. Eind jaren 1860 was het immers nog gebruikelijk om zelf te bottelen. Via de verkoop van wijn in flessen, bespaarde Delhaize enerzijds de klanten het ongemak van het aftappen, met vaak een wisselend resultaat tot gevolg en anderzijds konden Delhaize-klanten de beste wijnen kopen in een fles, volgens hun noden, aan een lagere kostprijs. Een fles wijn bij Delhaize kopen was namelijk goedkoper dan de wijn zelf te laten bottelen. Omdat de broers in het begin nog niet over de nodige installaties beschikten, deden ze tijdelijk beroep op externe ‘wijntappers’. Die overgangsperiode kwam ten einde in 1883, toen een innovatief complex van 5 ha in gebruik werd genomen in de Osseghemstraat in Molenbeek. Naarmate de tijd verstreek, leverde de wijnbottelarij een steeds groter aantal winkelfilialen aan. Onder de stapelplaats bevonden zich de wijnkelders: met een capaciteit van 800 000 flessen werden er wijnen van hoge kwaliteit gebotteld en gerijpt. Die wijnen werden rechtstreeks aangekocht in de streek van herkomst, soms in exclusiviteit. Ze werden grotendeels via de spoorweg vervoerd, naar het vlakbij gelegen Weststation. Ook werden sommige wijnen per boot via het kanaal van Brussel ter hoogte van Laken overgezet. Het assortiment bestond uit twee categorieën wijnen: de ‘fijne wijnen’, waaronder bourgogne, bordeaux, champagne, enkele likeurwijnen (porto, malaga, madeira, sherry en xérès) en Duitse wijnen (rijn, palatinat, moezel, franconie), alsook de wijnen uit Elzas-Lorraine, een regio die na de oorlog van 1870 in Duitse handen viel, behoren tot deze eerste categorie. De tweede categorie zijn de ‘huiswijnen’ (ook tafelwijnen genoemd) waaronder wijnen uit Zuid-Frankrijk, Spanje en Algerije.
De aanpak van Delhaize won snel aan vertrouwen bij producenten en klanten Producenten vertrouwden Delhaize door haar expertise in het wijnproces, dat via moderne installaties gebeurde -wat destijds niet altijd het geval was. Klanten vertrouwden de standvastige aanpak en de goede prijs-kwaliteitsverhouding van Delhaize In het begin van de 20ste eeuw breidde het assortiment aanzienlijk uit In 1908 werden 9 van de 15 bordeaux-wijnen en 8 bourgogne-wijnen in de Osseghemstraat gebotteld. In 1914 werden 34 van de 36 bordeaux-wijnen bij Delhaize gebotteld, waaronder Pontet-Canet en Cos d’Estournel voor 2 kasteelwijnen, Pichon-Longueville en Château Smith Haut Lafitte Bij de bourgognes waren 5 van de 24 besproken wijnen mises d’origine,waaronder een Clos Vougeot de l’Union du Crédit en een Corton van kelder De Groot Daarnaast vervoegden vele nieuwe wijnen het assortiment: Hongaarse tokay (1890), twee Californische wijnen (Hock wit en Zinfandel rood “genre Mâcon” 1898), een Corbières (1910) en een Anjou rosé (1914) Het Delhaize-keurmerk nam een vaste vorm aan: een uitgebreid assortiment van tafelwijnen tot grand crus De filiaaluitbaters kregen een wijnopleiding en gaven advies aan hun klanten, zonder enige druk op hen uit te oefenen.
Na de Eerste Wereldoorlog, waarin het huis verder teerde op zijn volumes (12 000 flessen Cos d’Estournel van 1906 werden verkocht op drie jaar tijd), en met uitzondering van de daling van de import van Duitse wijnen na 1918, herstelde het assortiment zich snel. Tijdens de dolle jaren werd volop champagnes en fijne wijnen gedronken,maar zodra de effecten van de crisis zich lieten voelen in het begin van de jaren 1930, zakte de wijnverkoop aanzienlijk. Onder druk van de concurrentie, de nieuwe distributievormen die met hoeveelheidskortingen of ‘unieke prijzen’ uitpakten, nam de onderneming opnieuw haar toevlucht tot goedkopere. Delhaize breidde bijgevolg haar assortiment uit met een Chileense wijn, die deel uitmaakt van het assortiment sinds 1925 In een context van kostenverlaging besefte de onderneming dat het tijdperk van grotendeels manueel bottelen voorbij was. Het was niet erg productief en het hield gezondheidsrisico’s in. In 1932 werd beslist om in een eerste ‘geautomatiseerde’ spoel- en bottelingslijn te investeren. Na de Tweede Wereldoorlog werd de operatie afgerond met de installatie van een nieuwe groep en geëmailleerde kuipen voor de courante wijnen Naast een verlaging van de productiekosten en een betere hygiëne maakte die investering het mogelijk om een strategie te volgen die op meer eclectisme gebaseerd was en die het superioriteitsdogma van de grote appellaties overschreed.
Het nieuwe gamma kende een gigantisch succes bij de bezoekers van de Delhaize-stand op de Expo ’58. De nieuwe aanpak van het assortiment valt samen met een gewaagde verandering: de overgang van het kleine, traditionele filiaal naar de supermarkt. De uitbreiding van het aanbod paste in een strategie die in het begin van de jaren ‘80 werd ingevoerd om het wijngamma uit de Franse regio’s te verrijken. Ze versterkte het aandeel van de bulk van grote bordeauxwijnen, bood alle cru’s van de Beaujolais aan en ontwikkelde haar aanbod aan wijnen uit de Loirestreek. Ook lanceerde Delhaize een premiumgamma uit Bourgogne, Sancerre, Pouilly en Chablis. Die strategie werd ondersteund door een stijgend aantal wijnkelders en een modernisering van de hulpmiddelen. In het begin van de jaren ‘90 keken de aankopers verder dan de traditionele, reeds gekende streken In de rayons verschenen wijnen uit Chili (in 1994), Zuid-Afrika (1993), Australië (1997), en later ook uit Oekraïne en Moldavië Ook in het assortiment van andere producten gebeurde dezelfde beweging naar specialisatie en exclusiviteit ‘die nergens anders te vinden is’ Vandaag biedt Delhaize zowel in de winkel als online een evenwichtig gamma uit verschillende landen en regio’s aan, in prijscategorieën van 3 tot 50 euro en verpakkingen van 25cl tot het Bag-in-Box-formaat Een wijncultuur gebouwd op 150 jaar knowhow en een onverzettelijke sourcing vertaalt zich voor de klant in een aantrekkelijke prijs-kwaliteitsverhouding.
Centraal in het wijnfestival staan een 12-tal huizen en domeinen waarmee Delhaize een langlopende relatie heeft: domeinen Schlumberger (Elzas), wijnhuis Gérard Bertrand (Languedoc), Symington Family Estates (Portugal), wijnhuis Martin Vins (Rhônevallei), wijnhuis Viñas Del Vero (Spanje), wijnhuis Zuccardi (Argentinië), Wetshof Estate (Zuid-Afrika), domein Henry Natter (Loire), wijnhuis Cordonnier (Bordeaux), wijnhuis Torres (Spanje) en wijnhuis Vranken-Pommery (Champagne). Deze wijnhuizen lichten we de komende dagen individueel toe. Los van deze centrale gasten biedt het wijnfestival tal van andere toppers die ongetwijfeld het smaakpalet van de klanten zullen verwennen.