Fitou, oudste AOC van de Languedoc

Een verrassende betiteling? Mogelijk, hoewel de Fitou-wijnen reeds in 1948 hun AOC kregen toegekend, meer dan 25 jaar vroeger dan hun buur en grote broer, de Corbières wijnen.

Ook in deze regio stammen de eerste aanplantingen uit de oudheid, de regio’s rond de middellandse zee bleken immers makkelijk toegankelijk voor Grieken en Romeinen. De naam Fitou wordt gelinkt aan de Via Domitia, een heirbaan die van Rome naar Spanje loopt, Fitou (Fictorium of Fitosium) betekent simpelweg grenspaal.

De Fitou wijnen kenden een aantal ups en downs, de aanplantingen aan de kust werden vanaf de 14de eeuw dieper het binnenland ingedrongen, hierdoor ontstond de dualiteit van twee productiegebieden binnen eenzelfde appelatie. Ook de phyloxera, het versnijden van wijnen en de twee wereldoorlogen, hebben een invloed op de wijnproductie. De eigen identiteit gaat in deze periode deels verloren, tal van wijnen worden zelfs naar Byrrh gestuurd om deel uit te maken van het beroemde aperitief.

In 1935 komt er met de oprichting van het Comité ter bescherming van de Fitou wijnen een eerste kentering. Pas na de bevrijding wordt er echt werk gemaakt van de herwaardering die door het INAO in 1948 met een AOC voor de rode Fitou-wijnen wordt bekroond. Dit op basis van de constante kwaliteit van de wijnen, veeleer dan een specifieke terroir of bepaalde bodemtypes. Typerend voor deze wijnen is alleszins hun complexiteit.

In het decreet worden Carignan en Grenache noir als basisrassen opgenomen, zij moeten voor minstens 75% aanwezig zijn, als aanvullende rassen wordt melding gemaakt van Cinsault, Terret noir, Malvoisie, Macabeu, Muscat en Picpoul. In 1977 wordt de Syrah opgenomen ter verbetering van de wijnen, dit wijnras wordt pas vanaf 1987 als een van de belangrijkste druivenrassen van de Fitou erkend.

Fitou wordt op diverse terroirs geteeld, het oostelijk deel wordt gekenmerkt door ondiepe bodems, met een ondergrond van keien. In het westelijk deel rond Tuchan en Durban, aan de voet van de Mont Tauch, bestaat de bodem uit schist en zandsteenachtige kalk en liggen de wijngaarden op een hoogte tussen 170 en 300m. Een aantal zones rusten eveneens op rolkeien. Ook de invloed van de zee speelt een rol in de productie van Fitou wijnen terwijl ook invloed van de transmontane die gemiddeld een dag op vier blaast en welkom is tijdens de hete zomerdagen, niet mag worden ontkend. Onze benadering van de Fitou wijnen berust dan ook op de ondergrond en geëigende terroirs.