Franciacorta, circa 200 km², ligt in het hart van Lombardije, dicht bij Milaan, en kijkt uit over de oevers van het Iseomeer, het gebied omvat 19 gemeenten in de provincie Brescia.
De glooiende heuvels van het gebied grenzen in het westen aan de rivier Oglio en in het noordoosten aan de laatste vertakkingen van de Rätische Alpen die hun oude oorsprong danken aan de gletsjers die zich hier meer dan 10.000 jaar geleden terugtrokken, waardoor het amfitheater Franciacorta ontstond.
Het ontbreken van historische documenten heeft als gevolg dat de oorsprong van de naam Franciacorta niet te achterhalen valt. Deze naam komt in 1277 voor het eerst voor in een officieel document en verwees naar de ‘curtes francae’, een belastings- en handelsvrije zone. Het document verwijst naar de kleine gemeenschappen van benedictijnen monniken die zich in dit bergachtig gebied vestigden, in de buurt van het Iseomeer in de vroege middeleeuwen. Ze waren vrijgesteld van de betaling van rechten aan de heren en de bisschop voor het vervoer en de handel van hun goederen omdat de broeders toegewijd waren aan het herstel van de afgestane gebieden, terwijl de boeren hun toonden hoe ze de velden moesten cultiveren.
In 1990 zorgden 29 producenten voor de geboorte van het Franciacorta-consortium dat in 1995 een DOCG-status meekrijgt. Vandaag zijn 115 wijnhuizen lid van het consortium dat zich over 19 gemeenten uitstrekt. Iets meer dan 2900 ha wijngaarden behoren tot deze DOCG, 81% van de aanplantingen zijn Chardonnay, 15% Pinot noir en 3 % Pinot Blanc. Voor de Curtefranca DOC worden 327 ha wijnstokken geteeld. In 2017 werden ruim 17,4 miljoen flessen verkocht waarvan 11% in het buitenland. In de regio worden ruim 4500ha weergevonden die voor wijnbouw in aanmerking komen zodat er nog uitbreidingsmogelijkheden voorhanden zijn. Dit impliceert een mogelijke jaarproductie van 23 miljoen flessen.
In 1967 wordt bij presidentieel besluit de Franciacorta als DOC erkend. Een nieuw productiestatuut bepaalt in 1993 dat natuurlijke gebottelde secundaire gisting de enige geaccepteerde methode is voor mousserende wijnen, de toevoeging ‘metodo classico’ verdwijnt en het legt de eis op van een specifiek productiegebied voor druiven. In 1995 krijgt de regio een DOCG erkenning evenals de Franciacorta productiemethode. In 2010 komen er nieuwe beperkende richtlijnen, de strengheid van de productie wordt verhoogd om de hoogste kwaliteit te bereiken waardoor de Franciacorta-methode de strengste ter wereld wordt voor dit soort wijnen.
De Chardonnay-druif wordt voornamelijk gebruikt voor de productie van de basiswijn van Franciacorta DOCG en slechts in mindere mate voor de aanmaak van de stille wijn Curtefranca Bianco. De Pinot noir-druif wordt voornamelijk gebruikt in de DOCG-rassen van Franciacorta Millesimati en Riseva, waar hij bijdraagt aan de structuur en de bewaartermijn. Het is een noodzakelijke druif voor de productie van de Franciacorta Rosé wijn die minstens 25% Pinot noir moet bevatten. De Pinot Blanc wordt niet allen gebruikt voor basiswijnen voor Franciaorta of Curtefranca Bianco stille wijnen, maar kan ook in cuvées worden gebruikt tot een maximum van 50%.