Deze regio ietwat beneden en ten oostwesten van de Portugese hoofdstad Lissabon wordt gekenmerkt door een wolkeloze azuurblauwe hemel en immense vergezichten enkel onderbroken door uitgestrekte korenvelden en dito wijngaarden. De intense groene vlakten tijdens de winter, kleuren aan het einde van de lente goudgeel om zich nadien door de felle hitte en zon, een okerkleurig herfsttintje toe te meten.
Maar liefst 8 subregio’s maken deel uit van de appellatie DOC Alentejo. Ietwat centraal gelegen zorgt de regio DOC Evora voor een ruim aanbod. Aan het einde van de 19de eeuw vinden we hier heel wat topwijnen terug, die nadien een forse terugval kenden. Pas sinds de 80-er jaren is er een sterke heropbloei, de bruinachtige terroirs worden zorgvuldig bewerkt en genieten van een uitzonderlijk klimaat dat er mede voor zorgt dat hier momenteel een aantal gereputeerde wijnen worden geteeld.
Iets noordelijker vinden we de DOC Redondo, voornamelijk rond Serra d’Osso. Heuvelruggen tot 600 m hoogte domineren het gebied dat ze terzelfdertijd beschermen tegen te koude winden. Een microklimaat heerst over de terroirs van graniet en schist, microklimaat dat tevens een zeer stabiel karakter vertoont. Nog meer noordelijker vinden we de DOC Borba, de 2de grootste regio van Alentejo, met terroirs op marmerachtige ondergrond die een grote invloed en standvastigheid aan de wijngaarden verleent. De rode schistsedimenten verrijken trouwens de eerder arme gronden. Een microklimaat met iets meer vochtigheid en minder zon dan de overige regio’s van Alentejo, zorgt voor de productie van frisse en elegante wijnen.
DOC Portalegre aan de Spaanse grens is het meest noordelijke wijngebied van Alentejo. De heuvelruggen van São marede, sommige bijna 1000m hoog zorgen voor hoger gelegen wijngaarden die van een getemperd klimaat genieten. Erg versnipperde percelen en terroirs van graniet en schist-sedimenten zorgen nochtans voor frisse en elegante wijnen. De erg oude ranken, sommige meer dan 70 jaar oud, zorgen nochtans voor de Grand Noir, een wijn die als toonbeeld geldt voor de regio. DOC Reguengos, ten oosten van Evora, is de meest uitgestrekte DOC van Alentejo. Armere gronden met tal van keien die behoorlijk diep in de ondergrond worden weergevonden samen met schist en een uitgesproken continentaal klimaat met strenge winters en snikhete zomers zorgen voor een degelijke rijping van de druiven. De gemiddelde oppervlakte van de wijngaarden ligt beneden het gemiddelde van de regio, terwijl er anderzijds enkele oude zeer rijke wijngaarden present tekenen.
De DOC Granja-Amareleja maakt de aansluiting met Reguengos en de Spaanse grens. Een zeer droge regio met erg arme gronden. Typerend zijn de wijnen met uitgesproken karakter die door de droge en zeer hete zomers een aanzienlijk hoog alcoholgehalte meekrijgen. De wijnranken Moreta hebben zich aan deze klimatologische omstandigheden aangepast en zorgen voor een behoorlijke productie. Iets meer zuidelijker vinden de DOC Moura, een subregio met continentaal klimaat, lange koude winters en droge zeer warme zomers. De argileuze en kalkachtige terroirs met weinig diepte hebben de eigenschap om het weinige water vast te houden. De Castelão kan hierdoor behoorlijk gedijen en biedt warme, zachte wijnen weliswaar behoorlijk gealcoholiseerd.
De vallei van de vallei van de Vidigueira vormt de grens tussen Hoog en Laag Alentejo en de basis voor deze westelijk gelegen DOC. Een behoorlijk zacht klimaat met terroirs van graniet en schist die weinig rendement inleveren. Hier wordt de Tinta Grossa weergevonden volgens sommigen een afleiding van de Tinta Barroca. De regio was lage tijd het gepriveligeerd territorium voor de witte wijnen van Alentejo en dit net om het specifieke microklimaat van deze subregio.