Alle producten die voortkomen uit zoet of zout water hebben een onmiskenbare affiniteit met Champagnewijnen.
Frisse en luchtige Champagnewijnen gaan bijzonder goed samen met vis met een jodium- of uitgesproken ziltige smaak. We denken hierbij aan vis die zo natuurlijk mogelijk klaargemaakt is (gewoon gebakken in de pan, geroosterd in de oven, gestoomd, …) en vergezeld van een beetje olijfolie, een schijfje citroen, verse kruiden of een zacht sausje… Wanneer men opteert voor een afkruiding met ook wat boter of room, kiest men beter voor een ronde Champagnewijn met een boterige toets.
Champagnewijnen met een eerder complex aromatisch boeket en een krachtig mondgevoel passen dan weer heel goed bij zoetwatervissen of bij sommige schaaldieren, vergezeld van een sausje die de smaken nog extra accentueert…
Champagnewijnen met een dosage demi-sec of doux zijn niet de meest geschikte metgezel van vis, maar worden soms wel geserveerd bij bepaalde schaaldieren. Champagnewijnen gaan minder goed samen met vis die een heel uitgesproken smaak heeft, zoals sardienen, makreel, haring, ansjovis en rolmops. Sommige bereidingen vermijdt men ook beter in combinatie met Champagne, zoals bijvoorbeeld rauwe, gemarineerde vis, gerookte vis of bereidingen met veel look.
Keuze van de saus
Hoewel er een voorkeur is voor zo natuurlijk en licht mogelijk, zijn er ook bereidingen die een meer opgewerkte saus vragen, die het gerecht naar een hoger niveau tillen en de smaken versterken. Dit heeft ook zijn gevolgen voor de keuze van de Champagnewijn.
Bij een Champagne die eerder krachtig, rond en vlezig is, kies je voor een saus op basis van boter of room, verder op smaak gebracht met verse kruiden, kappertjes of een scheutje citroensap. Ook een kalfs- of gevogeltejus met champignons behoren tot de mogelijkheden.
Een frisse en fruitige Champagnewijn past dan weer beter bij een saus op basis van gearomatiseerde olijfolie met kruiden (basilicum, dragon, bieslook, tijm, dille, …)