In 1868 zorgde Dr Guyot voor een eerste wetenschappelijke benadering van de Franse wijnbouw en neemt hierbij de wijngaarden van de Limoux als rolmodel. Uit zijn conclusies leren we dat de wijnen van deze regio tot de betere crus behoren.
Op basis van deze conclusies wordt in1929 de Cave Anne de Joyeuse opgericht met de bedoeling de rode wijnen van de Limoux en de hogere valleien van de Aude tot degelijke kwaliteitswijnen uit te bouwen. De wijnbouwers verbeteren hun teelt en maken handig gebruik van de uitzonderlijke terroirs om in 1972 de eerste ranken van nobele wijnrassen zoals Chardonnay, Merlot en Cabernet Sauvignon aan te planten.
De Cave Anne de Joyeuse wordt de eerste wijnbouwer in de wijde omgeving die zich richt op een perceelselectie voor de aanplantingen en voor de oogst, actie die in 1989 wordt beloond met aan AOC Limoux blanc en in 2004 krijgen ook de rode wijnen hun eigen AOC Limoux rouge.
De wijn La Butinière AOC Limoux rouge wordt omschreven als de koningin van de rode Limoux. De natuurlijke harmonie van de terroirs geven uitstraling en elegantie, hierbij dient onderstreept dat het unieke geo-klimaat, de nauwgezette arbeid in de wijngaarden met verzorgde taille, de ‘groene ‘ oogst tijdens de betere millésimes en het kleine rendement belangrijke principes zijn waardoor de wijngaarden hun taak als rolmodel volledig vervullen.
Op de proeftafel: La Butinière AOC Limoux rouge
Assemblage van meerdere wijnrassen die alle manueel worden geoogst en in kleine kasten naar de chai worden gebracht met tri op tapijt en ontrafeling. Vinificatie per wijnras op gecontroleerde temperatuur 29-30°O. Koude maceratie en pre-fermentatie van de Syrah en Malbec, lange maceratie van minimum 30 dagen voor de Cabernet en Merlot. Regelmatige remontage zo nodig met toevoeging van zuurstof. De eindrijping, 9 tot 10 maand gebeurt op Franse eik om de wijn de nodige rijkdom, karakter en complexiteit te bezorgen.
De donkerkleurige purperen mantel toont in het glas leuke granaatkleurige schakeringen. In de neus een aangenaam palet van aroma’s van framboos, violet en zwarte kers. In de mond een leuke, volronde toets van rijp rood fruit, afgewisseld met fijne toetsen van pruim en enkele subtiele kruidige toetsen. Leuke accenten op het middenpalet en bij de lange afdronk en dit zonder enige agressie.
Past perfect bij charcuterie Pays du Sault, een côte à l’os Charolais gegrild op wijngaardbladeren, wild zoals everzwijn, een cassoulet van Castelnaudary, kip Tandoori. Is tevens een leuke gezel bij kazen zoals Pont l’Eveque, Saint Marcellin, brie met verse truffel en zelfs bij taart van wilde aardbeien. Te drinken bij 14-16°C, deze wijn wordt beste gekarafeerd één uur voor de degustatie