De Champagne actualiteit passeert langs Brussel

Het Champagne-wijnjaar 2016 en de oogst klinkt veelbelovend. Nochtans werd de wijngaard in 2016 niets bespaard. Constante regenval van januari tot juni en een tekort aan zonneschijn, een opeenvolging van vorstperiodes in de lente, onweer en hagelslag in april, mei, juni en juli, zonnebrand ten gevolge van de temperaturen boven de 35°C eind augustus, hebben tot 30% van het oogstpotentieel vernietigd. Gelukkig hebben de zon en de warmte in augustus, in combinatie met frisse nachten een snelle rijping verzekerd, in uitstekende omstandigheden.

Het toegestane verhandelbare rendement voor de druivenoogst 2016 wordt vastgelegd op 10800kg/ha waarvan 9700kg/ha uit de oogst en 1100kg/ha uit de voorraad, de oogst begon op 10 september in de meest vroegrijpe crus. Als gevolg van de weerschommelingen, wordt het jaar gekenmerkt door een uiterst heterogene rijping waardoor een nauwkeurige uitstippeling van het oogstcircuit nodig was. De oogst vond hoofdzakelijk bij mooi weer plaats. De trossen waren in uitstekende gezondheid. Het natuurlijk alcohol volumegehalte heeft vaak de vereiste 9% ruim overschreden.

De economie van de Champagne en de verzendingen

Met een omzet van 4,7 miljard euro in 2015, waarvan 2,6 bekomen door de export, heeft de Champagnestreek een nieuw record behaald in waarde. In totaal zijn het 4461 verzendende wijnboeren, 39 coöperatieven en 306 Champagnehuizen, verspreid over 33762 hectare in productie, die, in 2015, samen 312.531.444 flessen wereldwijd verspreid hebben. De Europese Unie is goed voor 25,6% van de verzendingen, het Verenigd Koninkrijk met 34 miljoen flessen, blijft de eerste invoerder van Champagnewijnen. Eind juni 2016 was de trend lichtjes positief, met een kleine stijging(+1%).

In 2015 werden officieel 9.200.000 Champagneflessen verzonden naar België. Hiermee blijft ons land op een stevige vijfde plaats in de rangschikking van alle Champagne invoerende landen. Meer dan 570 verzenders zijn aanwezig op de Belgische markt, en bieden zo een extreem gevarieerd gamma aan de Belgische consumenten. Ook al blijven de Belgen vooral liefhebbers van Brut zonder jaartal Champagne (86% van de omzet), groeit het aandeel van andere soorten Champagne, zoals de Brut Nature, de Extra-Brut, de speciale cuvées en de rosé.

De digitale tools.

Op 4 juli 2015 werden de Champagnehellingen, huizen en kelders ingeschreven op het Werelderfgoed van het UNESCO. Om dit evenement te vieren, liet het Comité Champagne een 360° film realiseren “Champagne 360°”, met als doel de hellingen, huizen en kelders in de schrijnwerpers zetten door een virtuele immersie binnen deze locaties aan te bieden www.360.champagne.com.

De E-learningapplicatie champagne campus.com, helpt u alles te weten te komen over Champagne. Ze is bestemd voor iedereen, van beginner tot de gevestigde amateur, die zijn of haar kennis wenst uit te breiden of meer wil ontdekken over Champagne: zijn oorsprong, zijn unieke eigenschappen, de voorbereidingen en de degustatie. De app bevat ook een inleidende quiz om je niveau te evalueren en 3 opleidingen op maat.

Champagne vindt de druivenrassen van morgen uit

De wijnbouw werd in de Champagnestreek ingevoerd met de komst van de Romeinen, tussen de2de en de 3de eeuw. De eerste ampelografische bronnen over de Champagnestreek dateren van de16de eeuw. “La Maison Rustique” haalt “de Morillon, de Pinot Aigret, de Fromenteau of Pinot grisen de Gouais” aan als de beste planten. De Meunier, de Pinot gris en de Pinot blanc zijn ontstaan als gevolg van mutaties van de Pinot noir. De Petit Meslier kwam voort uit een kruising tussen de Gouais et de Savagnin. Tenslotte is de Arbane een druivenras waarvan de oorsprong tot op vandaag niet gekend is.

De druivenrassen uit de Champagnestreek zijn dus voornamelijk oude soorten. Daarbij komt nog de Chardonnay, die veel recenter is aangezien deze soort iets meer dan eeuw oud is. Thans worden 7 druivenrassen toegelaten in de Champagnestreek: Pinot noir, Meunier, Chardonnay, Arbane, Petit-Meslier, Pinot blanc en Pinot gris.

Tot aan het begin van de 19de eeuw, was de Europese wijnstok eerder afgezonderd. Door de globalisering van de handelsbetrekkingen en de evolutie van de transportmiddelen, hadden deze druivenrassen plots te kampen met plagen uit het Amerikaanse continent. De komst van de echte meeldauw in 1845, van de phylloxera in 1863 en vervolgens van de valse meeldauw in 1875 heeft het Europese wijnlandschap aanzienlijk beroerd aangezien de druivensoorten heel gevoelig waren voor deze plagen.

Het is in deze dramatische context dat het genie van de Franse veredelaars tot uiting kwam. Ze voerden kruisingen uit tussen de Europese wijnstok (Vitis vinifera) en Amerikaanse soorten (Vitisriparia, Vitis rupestris, Vitis berlandieri, Vitis labrusca of Muscadina rotundifolia) waarvan sommigen resistent zijn tegen de echte meeldauw, de valse meeldauw of de phylloxera, om nieuwerassen te creëren met een drievoudige weerstand: aldus zagen de rechtstreeks voor productie aangewende hybriden het daglicht. Befaamde veredelaars zoals Oberlin, Seyve-Villard, Seibel, Couderc of Baco hebben hun stempel gedrukt op hun tijd door hun naam te geven aan tal van hybride rassen. Later bleek de kwaliteit van de wijn die gemaakt werd met deze hybride druiven ondermaats, toch hebben die druiven bijgedragen tot het voortbestaan van de Franse wijnbouwtraditie. Thans zijn er nog een twintigtal hybride soorten ingeschreven in het officiële catalogus.

In de 20ste eeuw kwam de scheikunde de wijnboeren ter hulp. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ontpopte zich snel tot de belangrijkste strategie in de strijd tegen de echte en de valse meeldauw. Het systematische gebruik van deze middelen had evenwel nefaste gevolgen voor de openbare gezondheid en het milieu, waardoor de Franse wijnindustrie en de openbare onderzoeksinstellingen op het einde van de jaren 90 op zoek gingen naar alternatieve oplossingen.

Aldus zette de Institut National de la Recherche Agronomique (INRA-Nationaal Instituut voor Landbouwonderzoek) op het einde van jaren 2000 een programma op poten om een innoverend druivenvariëteit te creëren. Het programma ResDur wil de ontwikkeling van een duurzame en milieuvriendelijkere wijnbouw stimuleren. Het streeft naar het creëren van druivenrassen met een duurzame en efficiënte weerstand, die geschikt zijn voor de teelt en een goede organoleptische kwaliteit schenken aan de wijn. Het basisprincipe (kruising) mag dan wel eeuwenoud zijn, de vroegtijdige selectietechnieken, zoals de selectie met behulp van merkers (MAS) zijn baanbrekend.

De Champagne vervoegde het programma ResDur in 2010. De eerste reeks variëteiten, die in een proefwijngaard werd geplant in 2011 en 2012 wordt momenteel geëvalueerd. Thans wordt er een tweede reeks geplant. De variëteiten worden getoetst aan de hand van verschillende criteria: fenologie, teeltgedrag, bestanddelen van de oogst en kwaliteit van de wijn. Ze werden evenwel niet weerhouden om te beantwoorden aan een wijntype in het bijzonder.