Galicië is een autonome regio in het noordwesten van Spanje en grenst in het zuiden aan Portugal en in het oosten aan Castilla-y-Léon en de Atlantische Oceaan van noord naar west. Het is onbetwistbaar een van de mooiste gebieden van het “Groene Spanje” en wordt van de rest van Spanje gescheiden door de Cordillera Cantábrica, de steile en zonovergoten heuvelflanken zijn een belangrijk onderdeel in de ontwikkeling van de wijnbouw. Langs de steile kustlijn met haar vele inhammen en stranden, liggen piepkleine vissersdorpjes. Landinwaarts bieden de bergwegen en steile valleien een adembenemende – maar langzame – reis naar de binnenlanden van Spanje.
De regering van de autonomie Galicia (de Xunta de Galicia) heeft de jurisdictie over vier provincies: La Coruña (A Coruña), Lugo, Orense (Ourense) en Pontevedra. De grootste stad is de havenstad Vigo, in Pontevedra, maar de bekendste is Santiago de Compostela. De kathedraal van deze stad oefent sinds de negende eeuw al aantrekkingskracht uit op vele pelgrims die jaarlijks nog met vele tienduizenden naar dit bedevaartsoord afzakken.
Galicia – de naam is verwant met Wales – heeft een Keltische oorsprong, archeologische sites van Romeinse origine verwijzen naar een zeer vroege bewoning. Qua taal en cultuur vertoont de regio sterke gelijkenissen met Noord-Portugal en meermaals krijgt men de indruk dat de verbondenheid met Portugal sterker is dan deze met Madrid. Hoewel er Keltische archeologische voorwerpen zijn gevonden, is de taal volledig Romaans. De Keltische identiteit blijft aanwezig in de naam van de regio, het landschap en de legenden (Heilige Graal), het bespelen van de doedelzak, en enkele pre-christelijke gewoonten zoals de “horreos”. Deze schuren op stenen paddenstoelvormige poten en met gaten in de muren om graan en maïs ‘s winters te bewaren, moeten verhinderen dat er muizen binnenkomen. Aan het begin van de christelijke periode werden de heidense bollen en nagels die gewoonlijk de onderste dakrand sierden, diplomatisch vervangen door kruisen.
In de 16º en 17º eeuw, bracht de overzeese handel (vooral met de koloniën in Zuid Amerika) heel wat welvaart in Galicië, te merken aan de bloei van de architectuur in barok stijl, vooral in plaatsen zoals Santiago. In de 18º en 19º eeuw kende Galicië een leegloop van het platteland. De mensen trokken vooral naar de steden langs de kust. Getuige daarvan zijn een aantal lelijke stads-overblijfselen langs de inhammen op de stranden.
De meeste wijngaarden van Galicië bevinden zich in het zuiden van de regio in de provincies Ourense en Pontevedra. Men vindt ook een groot aantal wijngaarden in Lugo naar het oosten toe. In de vallei van de Miño (Minho in Portugal)- rivier worden veelal blended wijnen van Albariño, en Loureira Caino Blanca geproduceerd . De nabijheid van Portugal zorgt ook voor Portugese invloeden in de wijnen van Galicië.
De wijnen werden destijds aanzien als te licht en te zuur, veel wijnproducenten verkozen uitheemse druivensoorten aan te planten wat de wijnen helemaal een slechte kwaliteit bezorgde. Gelukkig werd opnieuw overgeschakeld op authentieke inheemse soorten. De inbreng van een aantal onderzoekscentra en laboratoria is kenmerkend, zij kwamen tot de conclusie dat de diverse inheemse rassen, mits aandacht voor de teelt en een groter professionalisme in het behandelen van de stappen voor een verbluffende meerwaarde zouden zorgen. Er werd minder en beter geproduceerd en naar de beste combinatie druif-microklimaat-bodem gezocht. Het gevolg daarvan is dat de Galiciaanse wijnen tegenwoordig een voortreffelijke kwaliteit hebben.
Galicië geniet immers van klimatologische omstandigheden die verschillend zijn van andere Spaanse wijngebieden, meer neerslag dan elders in Spanje wat een karakteristieke zuurtegraad oplevert omdat de druif geen hoge suikerwaarde krijgen. Dit exclusief aspect wordt in de moderne wijnteelt optimaal uitgebuit. Hoe dan ook, de recente ontwikkelingen laten hier een nieuwe welvaart zien. Boerderijen en wijngaarden werden aangepast, zowel Madrid als de EU hebben in de regio geïnvesteerd, en er waait weer een optimistische wind door het land.
De bodemtypes variëren van graniet in de Rias Baixas tot leisteen in Valdeorras. De betere witte wijnen worden geproduceerd met typische inheemse druiven zoals Albariño, Godello en Treixadura. Voor de rode wijnen is dit de Mencia.
De wijncultuur wordt gekenmerkt door 5 onderscheiden regio’s DO Ribeira Scara, DO Valdeorras, DO Monterrei, DO Ribeiro en DO Rias Baixas die we elk apart toelichten met aanvullende aandacht voor de productie van een mooie collectie spirits.