De appellatie Saint-Chinian organiseerde recentelijk in Brussel een degustatie van enkele van hun grote wijnen en dit ter gelegenheid van een fotowedstrijd die door het Comité werd georganiseerd in samenwerking met het Inter Wine & Dine instituut. Opzet van de wedstrijd waarvoor enkele honderden foto’s werden ingezonden was de virtuositiet van de wijnen centraal stellen samen met de creativiteit van de studenten. Bijkomend aspect was het belang van de Belgische afzetmarkt voor de Languedoc in het algemeen en specifiek voor de benaming Saint-Chinian.
De oorsprong van de wijnen Saint-Chinian gaat terug tot de late VIIIste eeuw wanneer de benediktijner-monnik Anhan het klooster van Saint-Lauret opricht op de linkeroever van de Vernazobre. Zoals indertijd meermaals voorkwam betekent de oprichting van een klooster ook de eerste aanplantingen van een wijngaard. In 1102 krijgt het klooster de naam van zijn oprichter mee en wordt Sanch Anhan, naam die tijdens de middeleeuwen tot Saint-Chinian wordt getransformeerd. Monniken en lokale heersers blijken ook hier niet altijd de beste vrienden en in de loop der eeuwen wordt meermaals strijd geleverd al bloeien de wijngaarden telkenmale opnieuw op. De grootste economische activiteiten van de regio, nl de leerlooierijen wordt door de overstromingen van 1875 volledig de kop ingedrukt waardoor de bevolking plots, zij het noodgedwongen, interesse vertoont voor de wijnbouw. De philloxera die eind 19de eeuw nagenoeg gans de Franse wijnbouw teistert, eist ook hier zijn tol, al zou het ondanks de import van Amerikaanse ranken die tegen deze ziekte bestand zijn, tot na de tweede wereldoorlog duren vooraleer de wijnbouw successen boekt. De inspanningen die de voorbije decennia werden geleverd hebben duidelijk de notoriteit van de Saint-Chinian verhoogd.
In 1945 kregen de wijnen een VDQS-certificaat mee, attest dat na een aantal aanpassingen in mei 1982 uiteindelijk uitmondde in de AOC Saint-Chinian en de wijnbouwers van een 20-tal gemeenten omvatte. In 2005 werd de benaming trouwens verruimd met de AOC Saint-Chinian Berlou, toepasselijk op 5 gemeenten met ruim 250 ha wijngaarden, de AOC Saint-Chinian Roquebrun, toepasselijk op 4 gemeenten en 400 h wijngaarden en de AOC Saint-Chinian Blanc.
De belangrijkste rassen voor de AOC Saint-Chinian rouge zijn Grenache, Mourvèdre, Syrah en Lledoner Pelut met Cinsault en Carignan als secundaire rasen. Voor de AOC Saint-Chinian Blanc zijn Grenache, Marsanne, Roussanne, en Vermentino (Rolle) de belangrijkste soorten met in secundaire orde: Carignan, Clairette, Viognier, Macabeu en Bourboulenc.
Op de proeftafel:
Mas Champart – Saint-Chinian blanc 2014:
Assemblage van 25% Marsanne, 25 % Roussanne, 20% Grenache, 15% Bourboulenc, 10% Viognier en 5% Clairette, met een gemiddeld rendement van 25hl/ha. De bessen zijn afkomstig van ranken die in 1993 op kalkachtige ondergrond werden aangeplant op een hoogte van 330m en als dusdanig zorgen voor een evenwichtige aciditeit en aromatische toetsen. Enkel de Clairette werd in 2010 aangeplant op argilo-calcaire ondergrond met een latere maturatie als kenmerk. Het is met deze assemblage de bedoeling een leuke evenwichtige wijn te creëren met mooie maturiteit en aangename frisheid, deels gefermenteerd op eik, deels in cuves. In de neus mooie florale accenten en toetsen van lichte toasting, terwijl in de mond de jeugdigheid en frisheid volledig openbloeit. De mooie complexiteit wordt bij afdronk met een licht minerale toets afgesloten.
Mas de Cynanque:
Assemblage van 40% Roussanne, 30% Vermentino en 30% Grenache blanc geteeld recent aangeplante percelen op argilo-calcaire gronden met duidelijk rode residuen. Wijn van biologische teelt met manuele oogst en een eerste selectie op het perceel, fermenteert in vaten van 500l.
In het glas een licht gouden teint die in de neus aroma’s losweekt van anijs, pompelmoes en bloemen. In de mond komt een sterk karakter tot uiting gekoppeld aan een lange afdronk met opmerkelijke frisheid en grote elegantie en manifesteert zich eveneens een subtiele eindmineraliteit.