Achter de Domaines Schlumberger schuilt een boeiende geschiedenis die in de vroege 16de eeuw van start gaat wanneer Claus Schlumberger, afkomstig uit Schwaben, thans behorend tot Baden Wurtenberg, zich in Guebwiller vestigt.
Het onthaal door de Abten die een onaantastbare hegemonie op de regio uitoefenen is alles behalve hartelijk, wanneer hij hiertegen in opstand komt wordt hij met zachte hand gedwongen om elders een onderkomen te zoeken. Hij vestigt zich in Mulhouse waar hij zijn leerlooierijbedrijf succesvol uitbouwt. Na zijn overlijden zakken een aantal familieleden af naar Mulhouse om het bedrijf verder uit te bouwen. Het is Nicolas Schlumberger die zich in 1810 opnieuw in Geubwiller vestigt waar hij een succesvol bedrijf voor textielmachines opstart. Om zich onmiddellijk van de lokale bourgeoisie te onderscheiden koopt hij als extraatje een wijndomein van 20 hectaren. De parallelle activiteiten van de familie Schlumberger, deels wijnbouwers, maar vooral industriëlen is nog steeds een van de kenmerkende eigenschappen van de holding Schlumberger.
De wijngaarden kennen een constante groei en meerdere hoogtepunten o.m. bij aanvang van de 20ste eeuw wanneer het bedrijf door drie vrouwen, Christine, Anne en Clarisse, wordt geleid, zorgen voor grote bekendheid. Het is Ernest die na de phyloxera crisis het initiatief neemt en overgaat tot massale heraanplanting, vele wijnboeren haken af en Ernest koopt de geteisterde wijngaarden aan waardoor hij de exploitatie van 40 tot 110 ha kan uitbreiden. Hij is het die de horizontale wijnbouw op kunstmatig aangelegde terrassen opstart. In 1971 neemt Eric Beyden-Schlumberger het beheer over na de dood van zijn moeder Clarisse, bedrijf dat na Erics pensioen in 2001 onder de leiding komt van zijn broer Alain Beyden-Schlumberger en Thomas en Séverine Schlumberger. De rode draad van het succesvol bedrijfsbeheer vinden we terug bij Clarisse Schlumberger, in haar memoires zegt ze :’ het succes van het bedrijf rust op een collectieve samenwerking van alle familieleden waarbij iedereen het beste van zichzelve geeft’.
Kwaliteit is een absolute vereiste bij de familie Schlumberger die geen vreemde druiven voor hun wijnproductie aankoopt, integendeel wordt het sap dat bij de eerste controle onvoldoende kwaliteit aanbiedt, verder verkocht. De wijngaarden situeren zich zuidwest, zuid en zuidoost op de zonovergoten flanken, sommigen behoorlijk steil. Ruim de helft van de wijngaarden bevindt zich op uitzonderlijke terroirs en genieten van de betiteling Grand Cru.
De opbrengst van de Grand Cru Kitterlé op volcano-gréseux ondergrond, een eerder arme bodem, is beperkt tot 25hl/ha met teelt van Riesling, Gewürztraminer en Pinot Gris. Identieke wijnrassen worden in de iets rijkere ondergrond van Grand Cru Kessler weergevonden met 35 hl/ha. De Grand Cru Saering, op een hoogte van 260 tot 300m, is een eerder vlakke terroir die eeuwen terug nog door de zee was overspoeld en hiervan in de diepere ondergrond nog sporen draagt, een terroir perfect geschikt voor de teelt van Riesling, 40hl/ha. De hoger gelegen Grand Cru Spiegel is de perfecte terroir voor de Pinot gris, opbrengst eveneens 40 hl/ha. Tijdens de topjaren zijn deze druiven perfect voor de productie van Vendanges Tardives en de Cuvée Clarisse Sélection de Grains Nobles.
Voor de uitbouw van de terrassen maakt Schlumberger gebruik van een rooskleurige gesteente dat eerder in de rotsen werd uitgehouwen. Een deel van de meer dan 50 km muren die in de wijngaarden worden weergevonden is afkomstig van het oude stationsgebouw van Mulhouse en van de gevangenis van Enisheim. Deze terrassen kunnen enkel met het paard worden bewerkt en vormen meteen de aanzet van een verantwoorde landbouw waarbij het gebruik van pesticiden maximaal wordt beperkt. De hoeve die in het domein werd geïntegreerd telt naast de paarden ook kippen en enkele tientallen koeien. De mest van deze dieren is een ideale voedingsbodem voor de wijnranken, het gebruik van deze natuurlijke bemesting komt zonder enige twijfel ook de kwaliteit van de wijnen ten goede.
Geproefd: Gewürztraminer Princes Abbés 2011: pneumatische persing, fermentatie in thermo gereguleerde foudres tussen 1 en 4 maand; rijping sur lies van 6 tot 8 maand. Mooie geelachtige mantel met groene schitteringen. In de neus frank met fleurige en kruidige toetsen zoals roos, gember, komijn en litchi. Ook in de mond domineren de fruitige toetsen met accenten van pompelmoes en exotisch fruit, terwijl subtiele accenten van gekonfijte gember tot ontwikkeling komen. Lange afdronk waarbij zich een levendig karakter affirmeert.
Pinot Noir Les Princes Abbés 2011: de vinificatie vindt plaats tijdens de maceratie die ruim 15 dagen in beslag neemt, de rijping in traditionele foudres gedurende 10 maand geeft de sappen de kans niet alleen om een fruitige toets te ontwikkelen maar ook om een complexe structuur te vormen, de wijn onderging een lichte filtering vooraleer te worden gebotteld. In het glas een stevige en vaste robijnrode kleur met violette glinsteringen. In de neus expressief met duidelijke aroma’s van confituur van kersen en braambessen. De fruitige toetsen worden aangevuld door aroma’s van peper en zoethout. In de mond een soepele en ronde wijn die bij de smaakpapillen een leuk aroma van rood fruit tot ontwikkeling brengt. Bij de afdronk, lichte en verzorgde tannines die toch overheerst worden door souplesse en frisse fruitige accenten.
Op de proeftafel: Cuvée Clarisse Pinot gris Sélecion de Grains Nobles 2000: gemaakt van druiven die uitsluitend afkomstig zijn van de terroir Grand Cru Spiegel; De werkzaamheden starten bij de wintersnoei met zeer specifieke opvolging van de groei van ranken en trossen tot bij de oogst in november 2000. Manuele oogst met opslag in cagette waardoor beschadiging van de trossen wordt voorkomen. Lichte persing, débourbage van drie dagen en fermentatie van minstens drie maand, nadien gestabiliseerd met filtering voor botteling en meerjarige rijping op fles.
In het glas komt een mooie gouden mantel tot uiting die bruinkleurige glinsteringen meekrijgt, maar toch een stevige structuur aantoont. In de neus krijgen we vrijwel onmiddellijk een aangenaam aroma met ietwat dominante gekonfijte accenten? Honig, abrikoos, caramel en appel wedijveren om de aandacht. Tevens dringen zich enkele subtiele kruidige accenten op.
De aanzet in de mond is erg likoureus met evenwichtig alcoholgevoel. Ook hier krijgen we een complex palet van aroma’s waarbij gekonfijt fruit, abrikoos, honig en caramel zich aanbieden. Dit overvloedig palet blijft verfrissend en aangenaam met lange eindtoetsen en levendig karakter. De stevige textuur harmonieert perfect met de evenwichtige samenstelling, ongetwijfeld een wijn die nog meerdere jaren kan worden bewaard. Een leuke wijn om bij roquefortkaas, honiggerechten en ijscrème met nootjes te degusteren.