Topchef Kobe Desramaults

EERSTE CULINAIRE STADSCURATOR VAN OOSTENDE

 

Oostende: eerste stad die een culinaire stadscurator aanstelt. Groot culinair nieuws voor de restaurateurs en de bezoekers van Oostende: de stad benoemt Kobe Desramaults, chef van o.a. Chambre Séparée, tot haar allereerste culinaire stadscurator. Desramaults staat het komende jaar aan het roer om de culinaire visie van Oostende mee koers te geven. Zo gaat hij op zoek naar dé Oostendse parels, brengt hij mensen met een passie voor eten samen en drukt hij zijn stempel als curator op enkele gastronomische momenten.

Om haar gastronomische kant extra uit te spelen als een zinderend visitekaartje, voert de stad als allereerste een culinaire stadscurator in. Kobe Desramaults’ kennis en expertise op het gebied van hedendaagse gastronomie zal er mee voor zorgen dat de stad ondersteund wordt op culinair vlak. Als voortrekker overschouwt hij daarnaast de kwaliteit en de identiteit van de restaurateurs en verbindt waar mogelijk alle betrokken stadspartners. Er liggen volop kansen.

Desramaults stopt eind dit jaar met zijn internationaal gelauwerde restaurant Chambre Séparée in Gent, maar dat is niet noodzakelijk de aanleiding voor zijn nieuwe gastronomische avontuur in Oostende. Kobe kijkt namelijk verder dan zijn keuken en dieper dan zijn potten en pannen. “Ik doe dit soort samenwerkingen eigenlijk niet, maar Oostende is een geval apart. Het verhaal sluit zeer nauw aan bij wat ik vertel, bij wat mijn DNA is.”

Met dit curatorschap schaart hij zich mee achter de verdere ontwikkeling van een bruisend culinair Oostende, ontwikkelt hij zijn affiniteit met de stad en gaat hij op zoek naar de identiteit van de restaurateurs. Die blijven onder dit curatorschap dicht bij zichzelf: authentiek en vol passie voor streekgebonden producten. “Ik vind het op zich wel fijn dat je in een stad een of meerdere toprestaurants vindt, maar Oostende heeft daar eigenlijk niet zoveel behoefte aan. Ik ga dit jaar vooral op zoek gaan naar restaurants met een uniek verhaal die het DNA van Oostende uitstralen. Oostende kan alleen maar beter worden door uit te gaan van eigen sterkte, en die eigenheid verder te ontwikkelen. Dit is een plek waar het goed toeven en goed eten is. We moeten het alleen wat meer durven zeggen,” besluit Desramaults.

Het is niet de bedoeling dat Desramaults een pop-up restaurant opent in Oostende of gaat pottenkijken in de Oostendse restaurants, al zal hij af en toe wel zelf aan het vuur staan. Enkele gastronomische evenementen zullen onder Kobe’s curatorschap een plek bieden aan culinair talent van binnen én buiten de stad. Ze zullen dienen als bouwstenen voor de culinaire visie van de Stad aan Zee.

Zo komt er sowieso een competitie, met mensen die thuis Oostendse garnaalkroketten maken. Daarnaast staat er ook een echt James Ensor diner gepland, dat (indien de omstandigheden dit toelaten) in MuZEE zal plaatsvinden.

Als afsluiter van zijn culinair curatorschap werkt Kobe komend voorjaar mee aan een spetterend gastronomisch topevent in Fort Napoleon. Dit event draait rond water en vuur, met lokale en nationale chefs die werken in de verschillende hoeken van het Fort. Denk: een fantastische locatie, pure smaken en bijpassende muziek.

“Na een werkweek in de keuken van Chambre Separée is er voor mij niets zo ontspannend als op een maandag of dinsdag naar Oostende te trekken. Het liefst in guur herfst- of winterweer, wanneer het strand verlaten is en de wind het voor het zeggen heeft. Dan toont Oostende haar ware gelaat. Complex in al haar eenvoud.”

“Haar Grandeur uit de Belle Epoque is prachtig verweven met het eigenzinnige karakter van het hedendaagse Oostende. Het Oostende die in haar rijk verleden allerhande kunstenaars inspireerde. De geesten van Claus, Ensor of Spilliaert dwalen hier nog rond alsof de tijd is blijven stilstaan. Maar ook het Oostende van nu, de vooruitstrevendheid van een stad in volle ontwikkeling die zich wars van trends en modeverschijnselen een weg baant naar de toekomst. Het is haar eigenzinnige karakter waar ik telkens weer verliefd op word.”

“Als er één gerecht is uit Oostende die voor mij zeer bepalend was, dan is het natuurlijk kerremelksmeus. Een gerecht van volkse komaf die de tand des tijds heeft doorstaan. Ik maakte er jaren geleden een versie van in mijn toenmalige zaak In de Wulf in Dranouter. Een zeer eenvoudig maar zo smaakvol gerecht die ondanks z’n bescheiden streekgebonden ingrediënten toch veel indruk maakt. Less is more. Garnalen, echte karnemelk, een goed ei, de zachte Keiemse witten witschimmelkaas en bintjes. Meer komt er niet aan te pas. Deze zou ik serveren als eerbetoon aan de Koningin der Badsteden.”

Beelden Pïet de Kersgieter