België en Moët & Chandon: 270 jaar geschiedenis

Moët & Chandon, het champagnehuis dat in 1743 werd opgericht door Claude Moët (16831763), vierde twee jaar geleden zijn 270-jarige bestaan. Vandaag viert het Huis ook zijn 270-jarige aanwezigheid op de Belgische markt.

Claude Moët was een echte pionier. Zijn van oorsprong Duitse familie werd in 1446 door Karel VII in de adelstand verheven en specialiseerde zich vanaf begin achttiende eeuw in de wijnhandel. Hij kende de wijngaarden en hun producten dan ook als geen ander. In 1717 vestigde hij zich in Epernay, waar hij als handelaar topwijnen leverde aan de kenners van zijn tijd.

Madame de Pompadour, een centrale figuur aan het hof van Lodewijk XV, was een bijzonder vooruitstrevende vrouw met een passie voor kunst, literatuur en filosofie. Ze stak haar enthousiasme voor de champagnewijn van Monsieur Moët niet onder stoelen of banken. De visionaire stichter van het Huis slaagde er dan ook in om zijn regionale wijn te laten uitgroeien tot een prestigeproduct dat al snel aanzien genoot over de hele wereld.

De met pen geschreven koopmansboeken van de oudste en meest vermaarde champagnehuizen bieden historici een schat aan informatie. Ze werden nauwkeurig bijgehouden door klerken, zorgvuldig ingebonden tot manuscripten en generatie na generatie geduldig gearchiveerd. Ze vertellen precies wie wat dronk en in welke hoeveelheid: van de verscheepte volumes en de bestemming tot de gelegenheid!

Zo maakt het verkoopboek van Claude Möet op 23 augustus 1745 voor het eerst melding van een bestelling uit België. De bestemmeling is Gauthier de Rougemont, een afstammeling van een Franse adellijke familie, die zijn dagen doorbrengt in Gent. België (toen nog niet als dusdanig gedefinieerd) viel in die tijd nog onder de heerschappij van de Oostenrijkse Habsburgers, en zou pas in 1792 overgaan van de Oostenrijkse Nederlanden naar het Franse regime van de jonge Republiek.

Jean-Rémy Moët, kleinzoon van Claude, neemt in 1792 het roer over van zijn grootvader. Hij doet een frisse wind waaien en geeft het Huis meer bekendheid. In 1833 treedt ook Pierre-Gabriel Chandon toe tot het bestuur van het Huis en wordt Moët omgedoopt tot ‘Moët et Chandon’. De dynamische schoonzoon van Jean-Rémy bouwt de export naar Europa en de rest van de wereld verder uit, en draagt op die manier bij aan de snelle ontwikkeling van het Huis.

Door de decennia heen neemt ook de verkoop aan België (officieel opgericht in 1830) toe, zoals blijkt uit de expeditieregisters van Moët & Chandon. Deze tonen aan dat de nazaten van Rougemont tot ver na het tijdperk van Jean-Rémy champagne blijven kopen. België is in die tijd een druk bezocht transitland met uitgebreide haven-en handelsactiviteiten, en een uitvalsbasis voor grootindustriëlen die het land in de negentiende eeuw doen uitgroeien tot een van de rijkste landen van Europa. Het land heeft altijd een bevoorrechte relatie onderhouden met de champagnestreek, de champagnewijnen en het Huis Moët & Chandon in het bijzonder.

De Belgen drinken dus al minstens 270 jaar lang de champagnewijnen van Huis Moët & Chandon, en recente statistieken bevestigen opnieuw de voorliefde van de Belgen voor deze keizerlijke bubbels. Uitgedrukt in aantal flessen per inwoners zijn de Belgen vandaag na de Fransen de grootste champagnedrinkers ter wereld, ver voor de Britten, de Amerikanen, de Japanners en de Duitsers, die worden beschouwd als de grootste markten.

De statistieken spreken voor zich: de Belgen drinken champagne op familiefeesten of onder vrienden (20%), tijdens de eindejaarsperiode (18%) en op verjaardagen (14%). Ze drinken hun champagne als aperitief (57%), in de loop van de avond (30%), om een toast uit te brengen (18%) of tijdens de maaltijd (10%), en dat vooral met hun familie (57%) en echtgenoot of partner, of onder vrienden (37%).

Naargelang het moment en de omstandigheden, het type diner en de gelegenheid kiezen ze voor Moët Impérial, Moët Rosé Impérial, Nectar Impérial, Moët Ice Impérial of een vermaarde Grand Vintage