Codorniu

De geschiedenis van Codorníu gaat terug tot in het midden van de XVIe eeuw. Jaume Codorníu, eigenaar van wijngaarden en installaties in het hartje van Penedès, startte in 1551 met het maken van wijnen in Can Codorníu, Sant Sadurní d’Anoia (Barcelona). Elementen uit zijn testament bevestigen dat de familie een kelder had, evenals machines en installaties voor het maken van wijn.

Anna, die de uitbating van Can Codorníu had geërfd, huwt in 1659 een jonge wijnbouwer met de naam Miquel Raventós, afkomstig van een belangrijke familie van wijnproducenten in het bezit van vele wijngaarden en bekende wijnkelders. Het huwelijkscontract tussen Anna de Codorníu en Miquel Raventós verzekerde de toekomst van beide families. Anna was de laatste afstammeling met de naam Codorníu en sindsdien is de familie Raventós eigenaar gebleven van het merk.

Twee eeuwen later gaf Josep Raventós Fatjó een nieuwe wending aan de familieonderneming en bracht hij vernieuwing in de industrie van zijn regio: in 1872 sloeg hij erin, na vele jaren experimenteren, om de eerste fles cava “méthode traditionnelle” te maken, op basis van een selectie van drie druivensoorten: Macabeo, Perellada en Xarel-Lo. In minder dan tien jaar had deze nieuwe soort wijn de hele streek in zijn ban en het was duidelijk dat Codorníu een pionier was in de Spaanse cava-industrie.

In 1885 neemt de zoon van Josep, Manuel Raventós, het stuur van het familiebedrijf over en legt hij de activiteit volledig toe tot de productie van cava “méthode traditionnelle”. Zijn doel: het product internationaal op de markt zetten. In datzelfde jaar begint de modernistische architect Puig i Cadafalch met zijn plannen voor het emblematische monument van de wijnkelders van de familie in Sant Sadurní, dat ondertussen bekend staat als de “cavakathedraal “.

Vandaag vormen deze wijnkelders, die jaarlijks door ongeveer 120.000 personen worden bezocht, nog het hart en het symbool van de geschiedenis en de waarden van Codorníu en symboliseert het gebouw nog steeds de vruchtbare alliantie tussen de natuur en de activiteit van de mens.

Gouden eeuw

In 1887 wordt de familie zwaar op de proef gesteld. De geschiedenis van de cava verloopt duidelijk niet zonder tegenslag: de fylloxera (druifluisziekte), een ziekte die veroorzaakt wordt door een schadelijk insect afkomstig uit Noord-Amerika, zaait vernieling in Penedès en verplicht de wijnbouwers om al de familiewijngaarden opnieuw in te planten met behulp van scheuten van geïmmuniseerde planten. De familie overleeft de beproeving met glans en in 1888 ziet Manuel Raventós zijn werk bekroond tijdens de Wereldtentoonstelling in Barcelona, waar hij een gouden medaille behaalt met schuimwijnen van Codorníu.

Later, in 1897, kent Z.H. Koningin-regentes María Cristina aan Codorníu de titel van “leverancier voor het Spaanse Hof” toe, een titel die de onderneming tot op vandaag behouden heeft. In die tijd begint de onderneming ook haar producten uit te voeren naar Cuba en Argentinië, en verwerft ze een internationale faam: gouden medaille tijdens de Wereldtentoonstelling in Antwerpen en, een jaar later, in Bordeaux.

In dezelfde periode organiseert Manuel Raventós een affichewedstrijd om het ideale beeld te vinden dat de klasse en de elegantie van de cava’s van Codorníu kan weergeven. Grote kunstenaars, zoals Casas, Utrillo, Tubill en Junyent ontwerpen affiches met vrouwelijke schonen van die tijd. Deze wedstrijd draagt nog meer bij tot de bekendheid van Codorníu. Vandaag worden deze werken tentoongesteld in het Codorníu- museum en zijn zij een mooie illustratie van de kunst van die tijd.