Ribera 1: De Ribera del Duero wijnstreek

Het wijngebied Ribera del Duero ligt ten noordwesten van Madrid aan de rivier de Duero (in Portugal Douro geheten) die bij Porto in de zee uitmondt.

Ondanks zijn ligging in het Spaanse binnenland, is het klimaat in een mix van continentaal en gematigd-mediterraan: meestal warm en droog met bescheiden neerslag (500 mm ) en hete, droge zomers. Dankzij de hoogte is, zelfs hartje zomer, de nacht-temperatuur laag, wat bevorderlijk is voor de ontwikkeling van de druiven. De hoogte brengt ook lange, koude winters met zich mee en de vorstvrije periode varieert tussen 111 tot 138 dagen per jaar, afhankelijk van de ligging, een klimaat dat uitermate is geschikt voor de Ribera del Duero wijn.

Op ongeveer hetzelfde moment dat Marqués de Riscal zijn wijnstokken uit Bordeaux samen met de tempranillo aanplantte in Elciego (D.O.C. Rioja), deed 200 km verderop in Valbuena een andere begaafde wijnbouwer met toekomstvisie hetzelfde: Don Eloy Lecanda Chaves creëerde in 1864 een bodega op een plek met de naam ‘Pago de la Vega Santa Cecilia’, later afgekort tot ‘Vega Sicilia’.

Ribera del Duero bezit dus in vele opzichten de ideale ligging om een van Spanje’s beste wijnen te produceren: hooggelegen met een relatief kort seizoen en met wat kalksteen in de bodem. De boeren moeten vroeg plukken en zijn dus verplicht om de druiven goed in het oog te houden, wat meestal resulteert in een mooi evenwicht tussen rijpheid en zuurgraad. Een van de grote voordelen van de regio is het feit dat de streek niet is volgepompt met wijnstokken maar wel met moesakkertjes van gelukkige families. Een uiterst geschikte wijngaardgrond dus met veel actieve kalk en een goede zuidoostelijke ligging.

In 1988 bestond Ribera del Duero aldus Pablo Baquera Peironcelly, directeur marketing, nog voornamelijk uit ingeslapen reuze coöperaties en kleine familiebedrijfjes met enkele ‘sterren’ ertussen die hun uiterste best deden om de regio meer bekendheid te geven. 5 Jaar later zijn de reuzen wakker geschoten, de kleine familiebedrijfjes zijn grotere wijnbedrijven geworden en sommige van de ‘sterren’ hebben internationale faam gekregen. De kinderen van de wijnboeren die al generaties lang in het vak werkzaam zijn hebben nieuwe bodega’s gevormd. Op elke lapje grond duikt een klein, nieuw wijnbedrijfje op, opgericht met spaarcenten, een hypotheek of een erfenis. Meestal worden ze door familieleden geleid met veelbelovende resultaten.

De Consejo Regulador heeft veel geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling en er is heel wat nieuwe aanplant geweest, vooral op de kalkrijke bodems in het westen van de regio. Investeringen werden met behoorlijk veel enthousiasme opgevolgd en men richtte nieuwe bodega’s op, gefinancierd door institutionele of beurs beleggers. Ook werden falende coöperaties overgenomen of geprivatiseerd.

Gastheer Agustin Alonso verduidelijkte het geheim van Ribera del Duero? Drie factoren spelen daarin mee. Ten eerste de ligging op 850 m boven de zeespiegel, waardoor het seizoen en de vorstvrije periode kort en de nachten koud zijn. De druiven kunnen hierdoor op een evenwichtige manier rijpen en superieure aroma’s ontwikkelen. Ten tweede heeft de tempranillo druif op deze hoogte een dunne schil en frisse zuren, zelfs als ze heel rijp is. Tenslotte is de bodemsamenstelling een schoolvoorbeeld van de ideale wijngaardgrond: kalk, lei, rivierslib, kwarts en spoorelementen. Voeg daar de nieuwste vinificatiemethoden en kennis aan toe en u begrijpt waarom dit gebied succesvol is.

Hoewel, bodega’s die de markt opgingen met nieuwe wijnen tegen top-prijzen, waren erg teleurgesteld toen bleek dat de Europese wijnhandel iets pragmatischer is dan het lezerspubliek van bepaalde Amerikaanse tijdschriften. Vooraleer een erkenning te bekomen moesten er bewijzen zijn van continuïteit en inzet, maar ook lagere prijzen. Deze bewijzen werden ondertussen geleverd en eens de nieuwe wijngaarden eenmaal “rijp” zijn, zal Ribera del Duero beslist uitgroeien tot een van de écht grote kwaliteitswijngebieden van de wereld.

De belangrijkste druif van Ribera del Duero is de Tinto Fino, of Tinta del Pais. Dit is een plaatselijke variant van de Tempranillo. Deze druif beslaat 85% van het totale wijngaardareaal en wordt in de hele regio aanbevolen voor heraanplanting. In Rioja heeft deze druif de steun van andere variëteiten nodig, maar door de hoogte en bodemsamenstelling in Ribera del Duero geeft ze hier fijne, complexe wijnen als monocultuur. De D.O. eist een minimum van 75% Tempranillo. Cabernet Sauvignon, Garnacha tinta, Malbec, Merlot en Albillo zijn geclassificeerd als toegestane variëteiten.

Vega Sicilia is de trendsetter geweest voor Ribera del Duero: zij laten de wijn vele dagen lang in open kuipen gisten en de wijn rijpt 10 jaar, voordat hij gebotteld en verkocht wordt. De moderne methode is iets anders en de wijnen kunnen nu redelijk jong gedronken worden (2 á 3 jaar), maar tot 10 jaar lang worden ze beter.

Het is nu gebruikelijk in Ribera del Duero om na het ontstelen en voor het persen te gisten. Sommige van de modernste bodega’s behandelen hun druiven inderdaad nauwelijks voordat de wijn gemaakt is, en voor het oversteken van de wijn gebruikt men de zwaartekracht. De bodega is op een heuvelflank gebouwd en de druiven worden op het hoogste punt van de heuvel in een tremel gestort. Van daaruit worden ze naar een ontsteler overgebracht. Daarna vallen de druiven door de zwaartekracht in een roestvrijstalen tank van zo’n 150 hl. De tank wordt door een kraan getakeld en naar een gistingsvat gebracht. Hier wordt de inhoud, weer door zwaartekracht, in het vat overgebracht.

Alcoholische gisting op de schil duurt zolang de wijnmaker nodig acht. Als deze gisting is voltooid, loopt de nieuwe most (door zwaartekracht) in een andere tank. Een kraan brengt deze tank naar een vat voor malolactische gisting. De herfst in Ribera del Duero kan zo koud zijn dat het koelelement van dit vat gevuld wordt met warm water om de malolactische gisting te bevorderen. Ondertussen is de druivenpulp van de oorspronkelijke tank overgebracht naar een pers die het resterende sap eruit perst. Sommige wijnbedrijven gebruiken dit voorzichtig geperste sap om een tweede wijn te maken, andere zullen eruit persen wat ze kunnen en het verkregen sap verkopen als Vino de Mesa of voor distillatie.

Na de malolactische gisting wordt het sap verkregen zonder te persen (‘sangrado’) gedecanteerd, daarna wordt hij overgebracht naar opslagtanken (in geval van jonge wijn) of naar eiken vaten (als het een crianza, reserva of gran reserva betreft). Ook hier geschiedt het transport door middel van de zwaartekracht, pompen worden niet gebruikt. In de zomer van 1993 merkte een wijnboer op: ‘de consument zal er aan moeten wennen dat goede rode wijn een beetje bezinksel kan hebben…’.

De crianza reglementering is dezelfde als voor Rioja-wijnen: minimaal 1 jaar op eikenhout. Verder is de Spaanse wijnwetgeving van toepassing. Bij rosados weekt de most gedurende 6 á 24 uur op de schillen, daarna vindt een gecontroleerde koude gisting plaats.

Op de proeftafel:

Zarus rosado 2018:

14.% alc vol, leuke zalmkleur, fris, aroma’s witte bloemen en wit fruit

Picaro del Aguila 2018

Licht roze kleur, fris maar vrij zwakke aroma’s

Montabellon 2018 – 100% tempranillo

Dieprode kleur, rijpt 5 maand in hout, fruitige hints van rijp rood fruit, subtiel kreupelhout

Vina Magna 2017

14.5% alc vol, 100% Tempranillo, volle aanzet, toetsen rijp rood fruit, evenwichtig