Vorst treft de wijngaarden van de Languedoc bijzonder hard

De uitzonderlijke vorstperiode die Frankrijk in de nacht van 7 op 8 april heeft geteisterd, heeft de Languedoc niet gespaard. De gevolgen zijn des te ernstiger voor de wijnstokken omdat deze episode werd voorafgegaan door een paar bijzonder zachte dagen die de aanzet hebben gegeven tot hun knopuitbarsting. Op pas ontluikende knoppen heeft de vorst grote schade aangericht waardoor de oogst van 2021 mogelijk een volumeverlies lijdt van 30 tot 50%, in sommige gebieden zou de schade zelfs 90% bedrage,.

“In een moeilijke economische context die wordt gekenmerkt door de gezondheidscrisis, de sluiting van de restaurantsector, de Trump-belastingen in de VS… verzwakt deze bijzonder brutale klimatologische gebeurtenis de Franse wijnindustrie nog meer. In onze regio heeft de vorst zelfs toegeslagen in sectoren die gewoonlijk beschermd zijn,” merkt Miren de Lorgeril, voorzitter van de Conseil interprofessionnel des vins du Languedoc (CIVL), op.

AOP’s hard getroffen in de vlakten

Ondanks de beschermingsmaatregelen van de wijnbouwers werd de hele wijngaard getroffen, van de Cevennen tot Malepère, ook gebieden waar zelfs tijdens de historische vorstperiode van 1956 nooit vorst had geheerst. Een aprilvorst kan worden gecompenseerd door de plant, die nieuwe knoppen kan produceren om de door de vorst vernietigde knoppen te vervangen, maar deze periode was zo hevig en de wijnstokken waren op sommige plaatsen zo beschadigd dat we ons geen tweede generatie knoppen kunnen voorstellen.

In Terrasses du Larzac wordt gesproken over een verlies van 80% van het volume; in Grès de Montpellier zou dat 30 à 90% zijn. In de AOC Picpoul de Pinet, in de Hérault, is 15 tot 90% van de wijnstokken aangetast: de nabijheid van de lagune van Thau heeft de wijnstokken niet beschermd. In Pic Saint-Loup hebben de temperaturen -7° C tot -8° C bereikt en is voorlopig 50% van de wijnstokken verloren gegaan. In de appellation Saint-Chinian heeft de vorst ongeveer 50% van de wijnstokken verbrand. Hetzelfde geldt voor de AOC Faugères. De AOP Languedoc-Pézénas is voor 20 tot 90% aangetast. In alle gevallen waren de wijnstokken op de vlakten meer aangetast dan die op de hellingen.

Het westen van de Languedoc lijkt relatief gespaard te zijn gebleven. In La Clape heeft de temperende werking van de zee de appellation beschermd. Maar de schade is heterogeen: terwijl de cru La Livinière minder is aangetast, geldt dat niet voor de cru Boutenac in Corbières. De hele AOP heeft eronder te lijden gehad: 65 à 70% van de percelen is getroffen. De kust werd minder getroffen, met 30 tot 40%. Ook de appellations in het westen van de Aude zijn relatief gespaard gebleven, met een impact op 15 tot 20% van de oppervlakte, met uitzondering van Malepère, in de buurt van Limoux, die het meest bevroren was.

IGP’s verliezen tot twee derde van hun oogst…

Het grote aandeel van de laaggelegen wijngaarden in de IGP verklaart waarom zij zo zwaar door de vorst zijn getroffen. Het verlies van de oogst wordt geraamd op 60 à 90% in de Hérault, twee derde in de Aude en 60 à 70% in de gardoises Cévennes.

Nu reeds rijst de vraag naar een grootschalig steunplan en nieuwe krachtige steunmaatregelen voor de getroffen bedrijven.